Op de beursimplosie van 2008 volgde de moeder
van alle herstelrally’s. Tussen maart 2009 en maart dit jaar klom de
Amsterdamse AEX-index liefst 69 procent.
Analisten van zakenbank Morgan Stanley zien voor de komende drie tot zes
maanden weinig ruimte voor verdere koersstijgingen, blijkt uit een rapport
van eind maart. Mocht die inschatting juist zijn, dan kunnen beleggers als
alternatief terecht bij bedrijven die relatief veel dividend betalen.
Oude zekerheden weg
Tot het uitbreken van de kredietcrisis zochten de ‘couponknippers’ onder de
Nederlandse beleggers doorgaans hun heil bij banken en multinationals zoals
Shell. Die stonden bekend om hun voorspelbare en regelmatige
winstuitkeringen. Maar dat beeld is snel gekanteld.
Zo hebben miljardeninjecties voor ING en Aegon eind 2008 grote gevolgen gehad
voor het dividendbeleid van deze ondernemingen. Aan de staatssteun voor
beide financiële instellingen zaten harde voorwaarden gekoppeld.
Dividend uitkeren aan gewone aandeelhouders is onaantrekkelijk gemaakt voor
ING en Aegon, omdat zij dan ook minimaal 8,5 procent rente moeten betalen op
het kapitaal dat ze van de staat hebben gekregen. Genoeg reden voor beide
bedrijven om het dividend in 2009 alvast over te slaan.
Een ander baken van rust voor Nederlandse beleggers was Shell. Sinds de Tweede
Wereldoorlog hanteerde het energieconcern de regel dat de ontwikkeling van
het dividend minimaal gelijke tred moest houden met de inflatie, ofwel
waardevast diende te zijn. In 2007 trad een eerste kentering op, toen Shell
overschakelde van een euro- op een dollardividend. Sindsdien is het
eurodividend van Shell onderworpen aan wisselkoersschommelingen.
Begin maart kondigde Shell's topman Peter Voser een radicalere breuk aan.
Shell laat de koppeling tussen het eigen dividend en de inflatie los, en
kijkt scherper naar de onderliggende winstontwikkeling. Voor dit jaar
betekent dat alvast een ongewijzigd dividend van 0,42 dollar per kwartaal,
terwijl de inflatie in 2010 wel knaagt aan de vaste waarde van de
winstuitkering.
Topdividend in de AEX
Waar kunnen beleggers die mikken op een aantrekkelijke winstuitkering anno
2010 terecht? Z24 maakte, op basis van de dividenden over 2009 van bedrijven
uit de AEX-index, een ranglijst. Hierbij is het voorgestelde dividend over
2009 afgezet tegen de beurskoers per 30 maart. Dollardividenden zijn
omgerekend in euro's.
Zie de grafiek: Wie
biedt het beste dividend in de AEX?
Vijf van de 25 fondsen in de Amsterdamse hoofdindex bieden een
dividendrendement van meer dan 5 procent - nota bene: met Shell er nog
altijd bij. Ter vergelijking: een Nederlandse tienjarige staatslening levert
zo'n 3,4 procent per jaar aan rente op, een Griekse iets meer dan 6 procent.
Bij de dividendtoppers in de AEX zitten drie vastgoedfondsen: Wereldhave,
Corio en Unibail-Rodamco. Deze investeerders in winkelcentra en
kantoorpanden hadden het afgelopen jaar zwaar doordat ze flinke afboekingen
moesten doen op de waarde van commercieel onroerend goed.
De beursgenoteerde vastgoedfondsen nemen echter een speciale positie in als
zogenoemde fiscale beleggingsinstellingen. Dat levert belastingvoordelen op,
maar ook de verplichting om het gros van de winst als dividend uit te keren.
Corio, Wereldhave en Unibail-Rodamco zetten tussen de 85 en 95 procent van
de winst om in dividend, wat een relatief hoog dividendrendement oplevert.
Naast de vastgoedfondsen en Shell staat ook telecombedrijf KPN in de top-vijf
met het dividendrendement, op basis van de winstuitkering over 2009. Topman
Ad Scheepbouwer van KPN hecht aan een sterke kasstroom die ook beschikbaar
is voor dividend. Het strategische programma 'terug naar groei' voorziet al
in een verhoging van het dividend in 2010, tot 0,80 euro per aandeel.
Shell wil het dividend dit jaar gelijk houden op 0,42 dollar per kwartaal. Op
basis van huidige beurskoers blijft het dividendrendement dan boven de 5
procent. Eurobeleggers moeten verder afwachten hoe de euro-dollarkoers zich
ontwikkelt. De verzwakking van de euro sinds december 2009 levert in ieder
geval meer euro's op voor hetzelfde dollardividend.
Koers en dividendbeleid
Uiteraard is een hoog dividendrendement niet heilig. Beleggers moeten altijd
twee risico's in de gaten houden. Eerste punt is de continuïteit van het
dividendbeleid. Ofwel: kunnen ondernemingen de hoogte van het dividend
minimaal gelijk houden? Daarvoor is de verwachte winstontwikkeling cruciaal.
Vervolgens is er de beurskoers. Het dividendrendement geldt altijd bij een
gegeven koers. Stijgt een aandeel in waarde, dan levert dit rekenkundig een
lager dividendrendement op, uitgaande van de winstuitkering in het verleden.
Als een bedrijf het dividend van jaar op jaar gelijk houdt, wordt het
dividendrendement bij een hoger koersniveau minder aantrekkelijk. Maar
afhankelijk van het instapniveau, is koerswinst zelf uiteraard een bron van
rendement.
Ernstiger is het omgekeerde risico van een substantiële koersval. Bij een
gegeven dividend levert een koersdaling weliswaar een hoger
dividendrendement op, maar wie op het hogere koersniveau is ingestapt, kan
voor het totale rendement (koers plus dividend) makkelijk op verlies
uitkomen.
Jagen op dividend betekent zodoende ook: hopen op een minimaal vlakke
koersontwikkeling en een winstuitkering die minstens even hoog is als in het
verleden.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl