Organen doneren tegen betaling is bijna overal verboden, en stuit ons moreel tegen de borst. Maar enige vorm van betaling zou duizenden levens kunnen redden, en er zijn manieren om een markt in donororganen ethisch verantwoord te organiseren.
Stel je voor dat je kind ziek is.
Een infectie heeft toegeslagen en verwoest in hoog tempo het lichaam van je kind van binnenuit, waardoor het wekenlang op de intensive care moet liggen. De ene dag was je kind nog gezond, de volgende doodziek. Medicijnen hebben de bacteriën uitgeschakeld, maar de schade die zij hebben aangericht was te groot voor het lichaam om op eigen kracht te herstellen. Eén nier gaf de geest, vervolgens de andere ook. Zonder een transplantatie kun je regelmatige reizen naar het ziekenhuis tegemoet zien voor dialyse en talloze bijkomende medische problemen.
Je wordt getest, net als de andere leden van je familie die in principe een nier mogen doneren. Helaas zonder resultaat. Je kind komt op een wachtlijst terecht die duizenden en duizenden namen lang is. Je wacht weken en maanden vergeefs op goed nieuws.
Natuurlijk zijn er duizenden gezonde mensen in jouw stad, en miljoenen meer in je land. Een paar van hen zouden toch donor voor je kind moeten kunnen zijn. Je schraapt je spaargeld bij elkaar, plundert je pensioenreserve en plaatst een online advertentie waarin je twintigduizend euro biedt aan wie ook maar een gezonde nier voor jouw kind wil doneren. De reacties stromen binnen, hordes mensen willen zich graag laten testen om jouw kind te redden en wat geld te verdienen.
Maar je dokter vertelt je dat geen van deze mensen kan doneren. Net als in bijna alle andere landen is het in Nederland verboden voor geld te handelen in lichamelijk materiaal zoals nieren.
"Wij hebben een sociale aversie tegen transacties die ons moreel tegen de borst stuiten"
In een nieuw paper, gepubliceerd door het Amerikaanse National Bureau of Economic Research, legt de Canadese econoom Nicola Lacetera de hoofdredenen uit voor deze regel:
- Als mensen organen zouden kunnen kopen, zou dat leiden tot een ongelijk systeem waarin rijke mensen toegang hebben tot lichaamsonderdelen ten koste van mensen die niet kunnen betalen voor levensreddende transplantaties. Arme mensen zouden in de verleiding kunnen komen onderdelen van hun lichaam te verkopen om te voorzien in dringende economische behoeften, met als resultaat een situatie waarin mensen functioneel worden gedwongen door de ongelijkheden van het kapitalisme om organen te offeren. Zieke mensen zouden hun kwalen verborgen kunnen houden om te kunnen verdienen door aangetast weefsel te doneren. In het algemeen hebben wij een sociale aversie tegen transacties die ons moreel tegen de borst stuiten, en die vaak te maken hebben met het kopen en verkopen van je lichaam. Er bestaat een diepgewortelde intuïtie dat transacties met een element van handel in mensenvlees, zoals prostitutie of slavenhandel, het morele karakter van een maatschappij uithollen.
Maar een even onomstotelijke waarheid is dat een fatsoenlijk georganiseerde orgaanmarkt levens zou kunnen redden.
In de VS staan 119.000 mensen op de wachtlijst voor een donatie, en sterven er iedere dag gemiddeld 22 mensen die wachten op een donororgaan. Het is zonneklaar dat de introductie van een financiële prikkel om te doneren effect zou hebben op deze aantallen. (Lacetera komt met enkele concrete bewijzen dat mensen eerder bereid zullen zijn materiaal zoals bloedplasma te doneren wanneer er geld op tafel komt.)
En er bestaan oplossingen voor tenminste sommige van de morele problemen. Zo zou een onafhankelijke derde partij, zoals de overheid of een verzekeraar, ervoor kunnen waken dat de mensen op de wachtlijst voor transplantaties gerangschikt blijven naar de urgentie van hun behoefte. Patiënten die organen het hardst nodig hebben komen bovenaan, en niemand zou kunnen voordringen in ruil voor geld. Dat is niet per se onverenigbaar met iemand betalen die een nier wil verkopen aan een ander die hem hard nodig heeft - de gezonde nier zou domweg naar de persoon in de hoogste nood gaan, niet naar de hoogste bieder. Dat zou het aanbod kunnen verruimen zonder dat levensreddende organen (of beenmerg of ander lichamelijk materiaal) overwegend, en daardoor oneerlijk, naar rijke patiënten gaan.
Donaties zouden betaald kunnen worden door de overheid of door verzekeraars
In zo'n systeem zou de overheid of de verzekeraar betalen voor het orgaan, niet de persoon die het nodig heeft. Dat lijkt kostbaar, maar zou de maatschappij op de lange termijn in feite geld kunnen besparen. Lacetera schrijft dat iedere niertransplantatie 200.000 dollar zou kunnen opleveren aan directe besparingen - oplopend naar 1,1 miljoen dollar als je de indirecte besparingen meerekent door betere gezondheid en langere levensverwachting.
(Er bestaan ook alternatieve oplossingen die Lacetera niet bespreekt, zoals 'kidney swaps'.)
Tenslotte zou een vorm van uitstel van betaling mensen ervan kunnen weerhouden te doneren om even snel schulden af te lossen.
Toch erkent ook Lacetera dat een systeem van donaties tegen betaling moeilijk is voor te stellen zonder enige exploitatie of op zijn minst ongelijkheden. In een markteconomie zullen de armen altijd het meeste geneigd zijn om het risico en de pijn aan te gaan van het doneren van nieren, levers of beenmerg. Het kan geen kwaad om drie keer na te denken wanneer het kapitalisme onze meest persoonlijke keuzes beïnvloedt.
De helft tot 70 procent van de respondenten is akkoord met een vorm van betaalde donatie.
Lacetera heeft een proef op touw gezet om één en ander te testen. Via Mechanical Turk, het Amazon-platform voor massale psychologische experimenten en andere "micro-taken", vroeg hij mensen naar hun mening over verschillende systemen voor donaties tegen betaling. De uitkomst was dat ongeveer 50 procent van de respondenten in de controlegroep akkoord waren met enige vorm van betaalde donatie.
Toen hij een andere groep voorlegde dat betalingen mensenlevens zouden kunnen redden, inclusief informatie over hoe die eerlijk zouden kunnen worden georganiseerd, antwoordde ongeveer 70 procent dat een goed idee te vinden.
Uit dit alles volgt dat mensen bereid zijn hun interne aversies te overwinnen als je een voldoende overtuigend pleidooi houdt voor het redden van mensenlevens
Betekent dat dat we mensen moeten toestaan organen te kopen en verkopen? Ga er maar vanuit dat ieders antwoord op die vraag verschilt al naar gelang de aard van de patiënt die ermee geholpen zou kunnen worden.