Sommige mensen zijn altijd te laat. Je kent ze vast wel. Van die types die nooit komen opdagen op het afgesproken tijdstip om vervolgens twintig minuten later te verschijnen met een flauwe smoes.

Of misschien heb je hier juist zelf last van. Dat je ondanks talloze wekkers en digitale herinneringen er toch nooit in slaagt om te vertrekken voor het moment dat je ergens verwacht wordt.

Genoeg wetenschappers hebben zich over dit fenomeen gebogen. Schrijver en spreker op het gebied van menselijk gedrag Alfie Kohn zegt dat deze mensen niet per se onattent zijn en dat er meer schuilgaat achter te laat komen.

Tal van redenen kunnen ten grondslag liggen aan hun gewoonte, schrijft hij in een blogpost op Psychology Today. De één schept er genoegen in om een entree te maken, de ander is juist verstrooid door alle zorgen en noden in zijn eigen hoofd.

Een aparte categorie reserveert hij voor de mensen die zo laat komen dat ze er vooral zichzelf mee hebben. Zij missen vluchten of staan voor een gesloten deur bij het theater. “Misschien hebben ze de gewoonte om zichzelf te verliezen in wat ze op dat moment aan het doen zijn en hebben ze niet door hoe laat het is totdat het te laat is.”

Het komt door onze hersenen

Wetenschappers van de Universiteit Washington onderzochten hoe het komt dat mensen tijd verschillend beleven. Proefpersonen kregen een bepaalde tijd om een taak te volbrengen, met een klok binnen handbereik. De taakjes, bijvoorbeeld puzzels, waren zo opgezet dat de proefpersonen er gemakkelijk helemaal in opgingen zodat ze de tijd vergaten te controleren. De ene proefpersoon bleek duidelijk beter in staat dan de andere om toch de tijd goed in te blijven schatten.

Vergelijk het met scrollen door je Instagram-feed of een vergelijkbare app met een 'bodemloze put' van nieuwe informatie om je brein te entertainen.

Mensen die er goed in zijn om korte taken binnen een gestelde tijd te volbrengen, slagen er meestal ook beter in om hun eigen tijd beter te managen. Dat schrijft professor psychologie en neurologie Susan Krauss Whitbourne van de University of Massachusetts. Ze zegt ook dat sommige Freudiaanse psychologen vermoeden dat laatkomers misschien zelfdestructieve neigingen hebben: ze zitten vast in een patroon van te laat komen en bestraffen zichzelf vervolgens voor dat gedrag. Kohn beargumenteert dat het ook te maken heeft met een gebrek aan zelfdiscipline en wilskracht.

Psycholoog en schrijver Adoree Durayappah-Harrison legt uit dat te laat komen voor sommige mensen juist de voorkeursoptie is. Zij vinden het inefficiënt of ongemakkelijk om op een ander te gaan staan wachten. Een zelfde soort psychologische eigenschap ligt ten grondslag aan het feit dat je gasten doorgaans niet stipt op het aangegeven tijdstip arriveren op je dinertje.

Al met al zijn er tal van redenen die kunnen verklaren waarom mensen vaak of zelfs altijd te laat komen. Om afscheid te nemen van de slechte gewoonte zul je jezelf moeten afvragen wat bij jou de boosdoener is - tenzij je natuurlijk altijd netjes een paar minuten te vroeg klaar staat.