Davos is niet alleen bekend van de jaarlijkse ontmoeting van wereldleiders, maar ook omdat ze elke keer bij de start van het World Economic Forum een ‘Inclusive Growth and Development Report‘ maken.
‘Insluitend’ is hier het kernwoord. Een economie is inclusief als het zoveel mogelijk soorten werknemers accepteert efficiënt de bestaande welvaart inzet om de levensstandaard en gelijkwaardigheid te verhogen. Drie factoren zijn bepalend voor de score van een land op de Inclusive Development Index (IDI): groei en ontwikkeling, solidariteit (inclusiveness) en gelijkheid over generaties.
Opvallend is ook dat de top 7 van het WEF in Europa liggen. De rest van de top tien kent ook maar twee niet-Europese landen: Australië op 8 en Nieuw-Zeeland op 9. Oostenrijk completeert de top 10. De Verenigde Staten, die Trump vanaf vrijdag weer ‘great’ gaat maken, zijn terug te vinden op de 23e plaats, onder Slowakije en Estland.
Het WEF maakt onderscheid in twee groepen: ‘advanced’ landen – een groep van 29 staten – en de rest van de land die ‘ontwikkelende’ economieën hebben. Daarbij overlapt de eerste categorie grotendeels met het lidmaatschap van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.