Het is nog zomer, de Tweede Kamer is op reces, maar we kunnen ons alvast warm gaan lopen voor Prinsjesdag op de derde dinsdag van september. Dan komen een paar grote belastinghervormingen aan bod.

Voor het jaar 2019 wil het kabinet Rutte III onder meer het lage btw-tarief van 6 procent verhogen naar 9 procent.

Economen van ING hebben in een maandag verschenen rapport op een rij gezet, hoe de verhoging van het lage btw-tarief uitpakt voor burgers en bedrijven. Hier kun je overigens vinden welke dingen allemaal onder het 6%-tarief vallen. Denk aan drinkwater, voeding, maar ook sommige diergeneesmiddelen, boeken en kunstvoorwerpen.

In onderstaande grafiek is te zien dat het lage btw-tarief momenteel ruim 6 miljard euro per jaar opbrengt. De verhoging van het lage btw-tarief naar 9 procent brengt naar verwachting een lastenverhoging van 3,1 miljard euro mee, waarvan huishoudens driekwart zullen betalen.

(klik voor uitvergroting)

Teruggerekend tot de extra kosten per huishouden komt dit neer op 300 euro per huishouden, aldus de economen van ING.

In absolute euro’s geven hoge inkomens overigens geven meer uit aan producten met een laag btw-tarief, onder meer vanwege uitgaven aan cultuurgoederen, zo blijkt uit een eerdere analyse van het CPB.

"Hoge inkomens kopen bijvoorbeeld meer kunst en boeken en eten gemiddeld wat duurder. Als aandeel van hun inkomen geven hoge en lage inkomens echter een even groot deel uit aan producten en diensten die onder het lage tarief vallen", aldus de economen van ING.

Hogere btw, lagere tarieven inkomstenbelasting

De lastenverhoging van 300 euro per huishouden in 2019 behoeft overigens wel enige nuancering. Tegelijkertijd moet namelijk een tweede operatie van start gaan, waarbij het kabinet Rutte III het aantal schijven van de inkomstenbelasting in twee jaar tijd terugbrengt van vier naar twee. Samen met een aantal andere maatregelen moet dit een lastenverlichting van 6 miljard euro opleveren.

Het basistarief voor de laagste schijf van de inkomstenbelasting voor 66-minners wordt 36,93 procent en geldt tot een inkomen van 68.800 euro. Daarboven geldt vanaf 2021 het toptarief van 49,5 procent.

Hoe het saldo van de btw-verhoging en de verlaging van de tarieven voor de inkomstenbelasting voor individuele huishoudens uitpakt, hangt dus af van de mate waarin je profiteert van de lagere inkomstenbelasting en je consumptiepatroon.

Wat het lage btw-tarief betreft: dit geldt nu voor 23 procent van de consumptiegoederen. Ongeveer driekwart van de producten die onder het lage btw-tarief vallen, wordt besteed aan 'primaire levensmiddelen.'

(klik voor uitvergroting)