De voorjaarsnota, die in lang overleg is samengesteld door de leiders van de Tweede Kamerfracties van de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB, is vrijdag gepubliceerd.

Donderdag werd al bekend dat er dit jaar geen extra geld wordt uitgetrokken voor Defensie en het cellentekort, en dat 600 miljoen euro uit het klimaatfonds wordt getrokken om de energiebelasting op stroom voor huishoudens te verlagen.

De coalitiepartijen wilden na het akkoord woensdag, nog niet kenbaar maken hoe ze de maatregelen zouden gaan betalen. Uit de voorjaarsnota blijkt nu dat in 2025 en 2026 respectievelijk 2,1 en 7 miljard euro wordt vrijgemaakt door ‘realistisch begroten’ en ‘kasschuiven’.

De overheid gaf afgelopen jaren minder uit dan begroot, onder meer omdat het geld niet kon worden besteed door krapte op de arbeidsmarkt. Met kasschuiven wordt bedoeld dat uitgaven vooruit worden geschoven.

Daardoor is de stand van de overheidsfinanciën in 2025 goed, maar het saldo en de schuld zullen in de toekomst verslechteren door de vergrijzende samenleving, aldus minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) in de nota.

Ook wordt er bezuinigd door ministeries minder te compenseren voor stijgende kosten. De helft van het budget voor 2025 wordt nu nog aan ministeries uitgekeerd, de andere helft wordt ingezet voor 'rijksbrede problematiek'.

Belastingverhoging werkenden jaarlijks €1,3 miljard

Nu de voorjaarsnota openbaar is, blijkt ook waar het 'zuur' voor huishoudens zit. Zo wordt onder meer het schrappen van de hogere btw op cultuur, media en sport, waartegen veel verzet was, gecompenseerd door meer inkomstenbelasting te innen dan gepland.

Deze maatregel moet jaarlijks 1,3 miljard euro opleveren.

De belastingschijven en heffingskortingen stijgen normaal gesproken mee met de inflatie. Dat gebeurt per 1 januari 2026 maar voor ongeveer de helft, schrijft het kabinet. Waardoor burgers gezamenlijk 1,3 miljard euro meer belasting afdragen dan verwacht.

Inkomens zijn intussen wel gestegen, bijvoorbeeld door hogere lonen. Per 1 januari gaat ook het minimumjeugdloon omhoog, blijkt uit de voorjaarsnota. Hierdoor gaan jongvolwassenen er gemiddeld 20 procent op vooruit.

Budgetvoorlichtingsinstituut Nibud kan niet zeggen welke gevolgen de hogere belasting voor huishoudens hebben. De organisatie rekent het kabinetsbeleid rond Prinsjesdag door, maar dat is voor de voorjaarsnota niet gebruikelijk.

Dat de coalitie bij deze voorjaarsnota met miljarden heeft geschoven, verandert daar niets aan, volgens een woordvoerder van Nibud. Ze erkent dat daardoor onduidelijk is wat de maatregelen voor mensen betekenen.

Hogere huurtoeslag wordt betaald met bevriezen sociale huur

De huurtoeslag -voor woningen met een huur tot 900 euro en inkomens tot 37.395 euro (alleenstaanden) in 2025- gaat omhoog. Dit jaar wordt daar 100 miljoen euro voor uitgetrokken en volgend jaar 900 miljoen euro.

Volgens de overheid komen ongeveer 1,5 miljoen huishoudens in aanmerking voor huurtoeslag. Als het extra geld evenredig wordt verdeeld, krijgt een huishouden over twee jaar er dus gemiddeld ruim 600 euro in totaal bij.

PVV-leider Geert Wilders noemde de hogere huurtoeslag eerder deze week een "boodschappenbonus", omdat mensen meer geld zouden overhouden voor de boodschappen. Hij zei toen al dat hiervoor eenmalig 1 miljard euro zou worden uitgetrokken.

Dat bedrag blijkt nu te komen uit de bevriezing van de sociale huren in 2025 en 2026, waarover de coalitiepartijen ook een akkoord bereikten. Uit de voorjaarsnota blijkt dat de overheid hiermee bijna 1 miljard (492 miljoen euro per jaar) bespaart, omdat een lagere huur ook minder huurtoeslag betekent.

De huurbevriezing betekent ook lagere inkomsten voor woningcorporaties, wat volgens hen ten koste gaat van de bouw van woningen. Het kabinet trekt 1 miljard euro uit om de woningcorporaties te compenseren. In 2026 krijgen ze 270 miljoen euro en in 2027 en 2028 405 miljoen euro per jaar.

Minister Heinen van Financiën erkent dat de overheid op de lange termijn geld overhoudt aan de huurbevriezing. Of huurders er uiteindelijk meer geld aan overhouden, kan hij nog niet zeggen. "Pas in augustus heb ik de koopkrachtplaatjes."

Verhoging fictief rendement box 3 moet €2,5 miljard opleveren

Het kabinet kampt ook nog met de vermogensbelasting in box 3, die problematisch is geworden na uitspraken van de Hoge Raad. Een nieuwe Wet werkelijk rendement moet dat oplossen, maar deze wordt een jaar uitgesteld door een kritisch advies van de Raad van State.

De uitstel van de overgang naar een nieuw stelsel in box 3 betekent een lagere belastingopbrengst. Het kost 2,5 miljard euro.

In box 3 betalen mensen belasting over het rendement op hun vermogen, zoals beleggingen in aandelen, spaargeld, cryptovaluta en vastgoed. De belasting wordt tot nu toe berekend met een fictief percentage aan rendement. Over dat rendement betaal je vervolgens 36 procent (2025) belasting.

Afgelopen najaar werd al bekend dat de overheid de 2,5 miljard eurowil ophalen door het fictief rendement op te schroeven met 1,78 procentpunt, waarmee het in 2026 zou uitkomen op 7,66 procent - als je uitgaat van het percentage van 5,88 procent voor beleggingen en andere bezittingen in 2025.

Ook werd toen duidelijk dat het heffingsvrije vermogen, het bedrag waarover je geen belasting betaalt in box 3, wordt verlaagd van ruim 57.000 euro naar 51.396 euro.

Er zijn wel zorgen of de overheid met het verhogen van het fictief rendement, de problemen in box 3 kan oplossen. Omdat juist dat fictief rendement het probleem is in de ogen van de Hoge Raad . Die oordeelde dat een fictief rendement niet eerlijk is, omdat het niet strookt met het werkelijke rendement van vooral spaarders.

€90 miljoen bezuiniging onderwijs kwetsbare kinderen

Het kabinet schrapt vanaf 2028 een regeling waarmee kwetsbare kinderen in het voortgezet onderwijs worden geholpen. In 2027 wordt 90 miljoen euro bezuinigd op de regeling en vanaf 2028 is het structureel 177 miljoen euro per jaar, waardoor de regeling stopt.

Met het geld van de regeling zetten scholen extra klassenassistenten in, zorgen ze voor kleinere klassen met meer begeleiding en werken ze aan ouderbetrokkenheid. De regeling helpt bij het bestrijden van onderwijsachterstanden.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap krijgt ook minder geld om de stijging van kosten, zoals huur en energierekeningen, mee te compenseren, de zogeheten prijsbijstelling. Die is structureel gehalveerd van 340 miljoen euro naar 170 miljoen euro.

Het basisonderwijs, de publieke omroep en de indexatie van studiefinanciering zijn hiervan uitgesloten en het ministerie kiest ervoor om ook het voortgezet onderwijs hiervoor te compenseren. Onder meer de cultuursector en het vervolgonderwijs mbo, hbo en wo krijgen hier wel minder geld voor.

Staatssecretaris Mariëlle Paul (VVD) begrijpt dat mensen in de onderwijssector hier boos over worden. "Scholen hebben al genoeg op hun bordje. Deze extra bezuinigingen bovenop de eerdere bezuinigingen zijn een enorme opgave voor het onderwijs." Paul en minister Eppo Bruins (NSC) gaan met de getroffen sectoren in gesprek om te kijken hoe de lasten kunnen worden verdeeld.

Uitstel gratis kinderopvang levert €4,7 miljard op

Ook heeft het kabinet enkele miljarden euro's vrijgespeeld door de vergoeding van bijna alle kinderopvangkosten met twee jaar uit te stellen. Uit de voorjaarsnota blijkt dat het kabinet hierdoor tot 2030 ruim 4,7 miljard euro minder uitgeeft aan kinderopvangtoeslag dan eerder afgesproken.

Het vergoeden van 96 procent van de kinderopvang vanaf 2027 was een afspraak in het hoofdlijnenakkoord dat de coalitiepartijen vorig jaar sloten. Nu staat in de voorjaarsnota dat meer tijd nodig is voor het invoeren van het nieuwe systeem. Dit levert tegelijkertijd ook geld op dat het kabinet elders investeert. In de voorjaarsnota heet dit "incidentele vrijval van middelen".

Het kabinet zegt te werken aan een geleidelijke aanpassing van het systeem van de kinderopvang om de sector ook de tijd te geven zich voor te bereiden.

€3 miljard voor gemeenten

Gemeenten krijgen de komende twee jaar een meevaller van 3 miljard euro. Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken (NSC) is blij met het geld dat gaat naar de gemeentefinanciën en de jeugdzorg, laat ze weten.

Gemeenten zouden in 2026 in totaal 2,3 miljard euro minder krijgen uit het gemeentefonds, dat werd het ravijnjaar genoemd. Daarover was veel ophef ontstaan bij de lagere overheden. Met de extra investering is die tegenvaller voor een deel verkleind.

Volgens Binnenlandse Zaken praten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk nog verder over de financiering van de jeugdzorg. De gemeenten komen al jarenlang geld tekort voor die zorg, die zij sinds 2015 moeten uitvoeren.

De komende jaren gaat het geld dat naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) jaarlijks met 75 miljoen euro omhoog, waardoor het in 2030 is opgelopen tot 375 miljoen euro.

Begrotingstekort loopt minder hard op

Bij de voorjaarsnota is ook gebleken dat het begrotingstekort minder hard oploopt dan op Prinsjesdag werd verwacht. In september was de verwachting nog dat het tekort dit jaar 2,8 procent van het bbp zou zijn, en volgend jaar 3,7 procent.

Dat is bijgesteld naar 2,6 en 3,0 procent. Alleen in 2027 is het verwachte tekort iets hoger. De lagere tekorten komen vooral door economische groei, staat in de voorjaarsnota. De aanpassingen die de coalitie en het kabinet hebben gedaan, hebben "nauwelijks effect".

De staatsschuld loopt naar verwachting ook minder op. Dit jaar is de totale schuld naar verwachting 45,2 procent van het bbp, in 2029 zou dat 49,5 procent worden. Ook deze percentages zijn lager dan geschat op Prinsjesdag.

Tijdens de besprekingen over de voorjaarsnota ontstond discussie over de 'meevallerformule' die bepaalt wanneer er ruimte is om meevallers te gebruiken voor nieuwe investeringen. Die zetten we niet in, zei minister Heinen eerder. In de voorjaarsnota zegt hij: "We dekken tegenvallers en doen tegelijkertijd ook een aantal gerichte investeringen. We schuiven geen rekeningen door."

LEES OOK: Kabinet akkoord met voorjaarsnota – geen extra budget voor defensie dit jaar en verlaging energiebelasting wordt betaald uit energiefonds