Als je na een lange werkdag je kwispelende hond op je af ziet rennen, weet je het zeker: je hond houdt van je.
Wetenschappers waren het daar een lange tijd niet mee eens. Ze konden niet bewijzen wat honden echt voelen.
Wie weet tonen ze alleen maar genegenheid omdat we ze iedere dag te eten geven. Of zou er wel een diepere band tussen mensen en honden zijn?
De afgelopen jaren hebben onderzoekers zich over deze vraag gebogen – en ze zijn met interessante inzichten gekomen.
Neuroloog Gregory Berns deed bijvoorbeeld aan de Emory University in Atlanta onderzoek met MRI-scans. Hij trainde honden om met gehoorbescherming lange tijd in de scanner te liggen, om zo hun hersenen te testen op reacties.
Hij ontdekte dat het beloningscentrum in de hersenen van honden op dezelfde manier reageert op voedsel én lof. Daarom denkt Berns dat honden minstens zo veel van voedsel als van mensen houden.
Interactie met mensen is goed voor honden
Maar dat is niet het enige onderzoek dat naar de relatie tussen mensen en honden is gedaan. Uit een Japans onderzoek uit 2009 blijkt ook dat honden van hun baasjes houden: de onderzoekers toonden aan dat honden het hormoon oxytocine - ook wel het 'knuffelhormoon' genoemd - aanmaken als ze 30 minuten lang bij hun baasje zijn.
En in 2006 wees Amerikaans onderzoek van de Colorado State University uit dat mensen honden kunnen helpen ontspannen. Tijdens dit onderzoek mochten mensen een aantal dagen achter elkaar drie kwartier per dag met honden uit het asiel rondrennen, met ze spelen en de honden strelen.
Voor honden is het vrij stressvol om in een dierenasiel te verblijven, waardoor ze meer van het stresshormoon cortisol aanmaken. Maar tijdens het experiment daalde het niveau van dat hormoon al na een paar dagen. Volgens de onderzoekers is dat een duidelijk teken van de positieve impact die mensen hebben op honden.
Mensen interpreteren de lichaamstaal van hun hond verkeerd
Honden hebben ongetwijfeld gevoelens en kunnen die van ons ook goed aanvoelen - daarom worden ze vaak getraind als therapiehonden of blindengeleidehonden. Al in de jaren 30 zette Sigmund Freud een hond in tijdens zijn therapiesessies, omdat het hem opviel dat patiënten daardoor makkelijker ontspanden.
Toch kunnen er problemen ontstaan als mensen de lichaamstaal van honden verkeerd interpreteren. In een artikel voor The Conversation leggen twee biologen uit dat mensen ten onrechte denken dat honden abstract kunnen denken en dat ze goed en kwaad van elkaar kunnen onderscheiden.
Zo denken mensen vaak dat hun hond schuldig kijkt als hij het hele huis verwoest heeft. In werkelijkheid voelt de hond zich helemaal niet schuldig, maar is hij simpelweg bang voor de reactie van zijn baasje. Waarschijnlijk is het al eens eerder gebeurd en is het baasje toen boos geworden.
"De grootste problemen die zich voordoen tussen honden en mensen zijn te wijten aan het onvermogen van mensen om de lichaamstaal van hun huisdier goed te interpreteren", schrijven de onderzoekers. "Mensen dichten hun hond meer intelligentie toe dan terecht is, daardoor zijn problemen onvermijdelijk."
Toch sluiten ze positief af: hoewel mensen en honden elkaar nooit volledig zullen begrijpen, zijn de onderzoekers er zeker van dat ze elkaar wel gelukkiger en gezonder maken.
Dit artikel verscheen eerder op Business Insider Deutschland.