Een megafusie tussen twee Amerikaanse verffabrikanten zorgt ervoor dat de Nederlandse multinational AkzoNobel tegen twee grote concurrenten moet opboksen.

De mondiale verfindustrie heeft een omvang van zo’n 120 milard dollar, maar is sterk gefragmenteerd. Wereldwijd zijn er drie grote spelers, enkele middelgrote fabrikanten en duizenden kleine verfproducenten.

In de mondiale top zitten twee Amerikaanse verfbedrijven, PPG en Sherwin-Williams, gevolgd door de Nederlandse grootmacht AkzoNobel.

Maandag kondigde Sherwin-Williams de overname van zijn middelgrote Amerikaanse collega Valspar aan. De concentratie aan de top wordt daardoor sterker.

Verffusie: AkzoNobel nummer drie

De combinatie van Sherwin-Williams en Valspar komt uit op een jaaromzet van 15,6 miljard dollar, nipt gevolgd door PPG met een omzet van 14,2 miljard dollar. PPG is in Nederland bekend van merken als Histor, Sigma en Rambo die concurreren met de Akzo-merken Sikkens, Flexa en Cetabever.

 

Als je alleen naar de verfomzet van AkzoNobel kijkt - dus exclusief de tak voor speciaalchemie - dan komt die op jaarbasis in dollars uit op 11,1 miljard. Dat is dus drie miljard minder dan PPG en ruim 4 miljard minder dan de nieuwe wereldmarktleider Sherwin-Williams-Valspar.

"Het samengaan zal voor AkzoNobel een sterkere concurrent betekenen nadat de integratie en schaalvoordelen hebben plaatsgevonden, hetgeen niet voor eind 2017 haalbaar lijkt", stelt analist Joost van Beek van Theodoor Gilissen in een reactie.

De analist verwacht dat AkzoNobel vooral extra concurrentie krijgt in Azië en Latijns-Amerika en in de Verenigde Staten op het gebied van industriële coatings. In Europa is de impact voor AkzoNobel minder groot.

Waardering AkzoNobel

Vraag is of er een verdere consolidatieslag op de mondiale verfmarkt komt. AkzoNobel kondigde eind februari de overname van de industriële coatings van BASF aan voor 475 miljoen euro. Maar analist Van Beek ziet geen versnelde overnamestrategie bij het Nederlandse bedrijf, dat de focus vooral legt op interne verbeteringen.

Opvallend is wel dat Sherwin-Williams op basis van de bedrijfswinst exclusief afschrijvingen een prijs van 12 keer de winst betaalt voor Valspar. Op basis van deze maatstaf is AkzoNobel met 7,5 keer de winst relatief laag gewaardeerd, aldus analist Van Beek van Theodoor Gilissen.

Het aandeel AkzoNobel noteerde maandagochtend 1,2 procent hoger.