In Disneyland Parijs klinkt in de schaduw van het roze sprookjeskasteel het opgewekte gekletter van paardenhoeven. Klop, klop, klop, klop, klop.
Een koets komt aangereden met op de achterbank twee prinsessen, Anna en Elsa uit de succesvolle Disneyfilm Frozen.
Het pretpark dat voorheen Euro Disney heette, bevriest even. Mensen stoppen met wandelen, scharen zich langs de kant van de weg en zwaaien uitbundig. Anna en Elsa wuiven terug, breed glimlachend.
Waar dromen uitkomen, is de slogan van Disneyland Parijs. En voor de kindjes op de stoep is dat even het geval. Zij zien hun helden in het echt, of het nu een Frozen-prinses, Buzz Lightyear of Jack Sparrow is.
Maar de magie verdwijnt al snel bij een blik op de financiële resultaten van Europa’s eerste en enige Disneypark, dat dit jaar zijn 25-jarig jubileum viert. Het resort draaide in 17 van de 24 volledige boekjaren verlies en de totale schuld bedroeg op 30 september 2016 ruim 1,1 miljard euro. Cijfers waar zelfs de oren van de vrolijke Mickey Mouse van gaan hangen.
Het Amerikaanse moederbedrijf The Wall Disney Company probeert al jaren om de zaken in Parijs op de rit te krijgen. Sinds de opening moest het Magisch Koninkrijk vier keer gered worden van de financiële ondergang.
De economische crisis in Europa hielp de afgelopen jaren niet mee, net als de terroristische aanslagen in de Franse hoofdstad. Maar ondanks financiële injecties van honderden miljoenen, het omzetten van schuld in aandelen en het verlagen van de licentiekosten blijft Disneyland Parijs kwakkelen.
Reden voor de Amerikaanse moeder om de volledige controle op te eisen. Sinds medio juni heeft The Walt Disney Company bijna 100 procent van de aandelen in bezit van Euro Disney S.C.A., de uitbater van het park die daarmee van de Parijse beurs is verdwenen. Disneyland Parijs valt nu na jaren van geruchten eindelijk volledig onder The Walt Disney Company.
Strijd tussen Spanje en Frankrijk
Dertig jaar eerder heerst er nog een en al optimisme bij de Amerikaanse entertainmentreus. De plannen om een Europees Disneypark te openen liggen er al sinds de jaren zeventig, maar pas met het succes van Tokyo Disneyland, dat in 1983 opengaat, worden ze doorgezet.
Disney bekijkt tientallen locaties en komt uiteindelijk tot een selectie van vier: twee in Spanje en twee in Frankrijk.
Die in Spanje liggen dicht bij de Middellandse Zee en hebben een vergelijkbaar klimaat als de Amerikaanse Disneyparken, maar de krachtige mistralwinden, het gebrek aan goed transport en bemoeienis van lokale overheden temmen het enthousiasme. In het Zuid-Franse Toulon schijnt ook volop de zon, maar de bodem blijkt ongeschikt voor de bouw van een attractiepark.
Dus kiest The Walt Disney Company voor Marne-la-Vallée, een slaperig stadje 32 kilometer ten oosten van Parijs waar meer dan voldoende ruimte is voor een park van 1943 hectare.
De locatie is centraal gelegen: ruim 100 miljoen mensen wonen op minder dan zes uur rijden van de plek. En Parijs is al een toeristenmagneet van formaat.
Dat de Franse overheid de grond veel te goedkoop van de hand doet, belastingvoordelen geeft en forse investeringen in de infrastructuur belooft, helpt zeker mee.
In 1987 tekenen de Franse autoriteiten een overeenkomst met de topman van The Walt Disney Company. Op 12 april 1992 gaat Euro Disneyland open, een park met 29 attracties in vijf verschillende werelden en een aanliggend resort met zes hotels, kunstmatige meren en een gigantisch entertainmentcomplex. Totale kosten: 4 miljard dollar.
Cultureel Tsjernobyl
Vanaf het begin heeft het hagelnieuwe park het moeilijk. Disney rekent op 60.000 bezoekers per dag, maar haalt nog niet eens de helft daarvan.
De recessie en oplopende werkloosheid zijn daar deels debet aan, maar het park heeft ook een imagoprobleem. Europeanen vinden het wonderland van Disney te Amerikaans en te commercieel. De winkeltjes hangen vol met spullen van Coca-Cola en Nestlé met daarop de beeltenis van Mickey Mouse en Assepoester. Dat pikt de Europeaan niet.
Met name de Fransen laten het afweten. Intellectuelen zien in het park een aanval op de Franse cultuur en doen Disneyland af als een "cultureel Tsjernobyl". De Franse schrijver Jean Cau omschrijft het park als "een schrikbeeld van karton, plastic en afschuwelijke kleuren, een bouwwerk van opgedroogd kauwgom en idiote folklore dat rechtstreeks afkomstig is uit een stripboek voor dikke Amerikanen".
De critici hebben een punt. In Disneyland staan nauwelijks Franse gerechten op het menu in de diverse restaurants. Bovendien is het park drooggelegd, terwijl de Fransen wel van een glas wijn houden bij hun maaltijd.
Geen snelle hap en lege hotels
Zo maken de Amerikanen meer inschattingsfouten. Een groot deel van het personeel spreekt geen Frans, wat tot onbegrip leidt bij de Franse bezoekers. Ook zijn er bijna alleen maar restaurants met zitplekken, geen kraampjes voor de snelle hap.
En de hotels, waar er te veel van zijn gebouwd, zijn maar voor de helft gevuld, omdat Europeanen in tegenstelling tot Amerikanen liever een dag of een lang weekend dan een hele week in het resort verblijven.
"Een prachtig park met perspectief, zij het iets te Californisch", zei toenmalig Efteling-directeur Reinoud van Assendelft de Coningh destijds tegen NRC Handelsblad. "Euro Disney is indrukwekkend maar tegelijk een money-making machine waarbij de buitenkant van het product belangrijker is dan de inhoud."
Dat Disney een geldmachine is, komt nergens duidelijker naar voren dan in de toegangsprijs. Kaartjes zijn vanaf de start 30 procent duurder dan in de Amerikaanse parken. Bovendien rekent Disneyland Parijs hetzelfde tarief gedurende het jaar. Op winterkorting hoeven de Europese bezoekers niet te rekenen, ondanks het druilerige weer rond de Franse hoofdstad.
Stakingen en zelfmoorden in Disneyland Parijs
De weerstand tegen Disneyland komt niet alleen van bezoekers. Boeren blokkeren vlak na de opening de weg naar het park uit protest tegen Amerikaanse druk om in de Europese landbouwsubsidies te snoeien. "Euro Disneyland is het symbool van de Amerikaanse cultuur die ons land is binnengedrongen", aldus een van de demonstranten destijds. "Nu willen de Amerikanen hetzelfde doen met onze landbouw."
Vakbonden zijn verbolgen over de strenge eisen die Disney stelt aan werknemers. Een snor, baard, lange nagels, tattoos of oorringen zijn uit den boze. In de wereld van Disney moet iedereen perfect zijn. De castmembers, zoals Disneyland zijn personeel noemt, moeten altijd glimlachen, een positieve uitstralingen hebben en lekker ruiken.
Later komen verhalen naar buiten over de lage lonen en hoge werkdruk. Meerdere malen staakt het Disney-personeel om een salarisverhoging af te dwingen, van de schoonmakers tot de acteurs in de parades.
Een drietal zelfmoorden in 2010 schokt de buitenwereld en tonen de donkere kant van het sprookjespark. Zo maakt een kok die al tien jaar in dienst is bij het pretpark een einde aan zijn leven als hij na een lang ziekteverlof weer aan de slag moet. "Ik wil niet meer voor Mickey werken", zou hij volgens zijn schoonvader op een muur in zijn huis hebben geschreven.
Zelfmoordpogingen komen geregeld voor. In 2011 dreigt een overspannen medewerker van een hoge brug te springen. Twee jaar daarna giet een tuinman benzine over zich heen en snijdt een beveiliger zijn polsen door. Ze klagen allemaal over stress en sadistische managers.
Grote impact op de lokale economie
Ondanks het dure imago en de stroeve beginfase weet Disneyland Parijs pretparkgangers voor zich te winnen. Langzamerhand krijgen de Amerikanen gevoel voor wat de Europese bezoeker wil. Er komen meer eetkraampjes, de Amerikaanse invloeden verdwijnen en de attractie Space Mountain blijkt een publiekstrekker.
Ook krijgt het park in 1994 een nieuwe naam: Euro Disneyland heet voortaan Disneyland Parijs, om de link met de Franse hoofdstad te versterken.
In het eerste volledige jaar dat het themapark open is, wandelen er 8,9 miljoen mensen door de poorten. Tien jaar later zijn dat er anderhalf keer zoveel. Het piekjaar is 2012, met 16 miljoen bezoekers.
Disneyland Parijs is nu al jarenlang met afstand het grootste pretpark van Europa. Sinds de opening kochten 320 miljoen mensen een kaartje, blijkt uit een studie van onderzoeksbureau SETEC (pdf) die in opdracht van het pretpark is uitgevoerd. Daarvan komt meer dan de helft van buiten Frankrijk. Nederland staat in de top 3 van Disneylandbezoekers.
De economische impact van het park is aanzienlijk. Disneyland Parijs heeft in vijfentwintig jaar 68 miljard euro bijgedragen aan de Franse economie, becijferde SETEC. Dat is 6,2 procent van de totale inkomsten uit toerisme.
Het park biedt werk aan 15.000 mensen, die grotendeels in de omgeving wonen. Marne-la-Vallée groeide uit van een uitgestorven ville nouvelle ten oosten van Parijs tot een stad zo groot als Utrecht. En het TGV-station dat in 1994 werd geopend is een van de drukste in heel Frankrijk.
Royalty-afdrachten aan Walt Disney
Maar Disneyland Parijs zelf blijft een financieel zwart gat. Twee jaar na de opening pompt The Walt Disney Company 750 miljoen dollar in het Europese park, dat bijna een miljard euro aan nieuwe aandelen uitgeeft om het hoofd boven water te houden. Ook stapt de steenrijke Saoedische prins Al-Waleed bin Talal in als nieuwe investeerder.
Een dergelijke reddingsactie vindt nog drie keer plaats. Bij de laatste maal in 2014 investeert het Amerikaanse moederbedrijf nog eens 1 miljard euro. Het mag niet baten. Disneyland Parijs blijft dieprode cijfers schrijven. Hoe kan dat?
Analisten wijzen met de beschuldigende vinger naar de enorme licentiekosten die het park jaarlijks moet betalen aan de Amerikaanse moederfirma. Persbureau Reuters rekende uit dat het om zo'n 10 procent van de jaaromzet gaat. Zo kan het park nooit winstgevend zijn, redeneren ze.
En inderdaad, juist in de jaren dat Walt Disney afziet van de royalty-betalingen (tussen 1994 en 1998) houdt Disneyland Parijs onder de streep enkele tientallen miljoenen euro's over. Zes jaar op rij maar liefst.
Tot 2002, als het tweede themapark Walt Disney Studios opengaat, dat gewijd is aan de bekendste films en personages. Disneyland Parijs is contractueel verplicht om uit te breiden en moet zich daarvoor opnieuw diep in de schulden steken. En in 2004 schroeft Walt Disney de licentiekosten weer op naar het oude niveau. Zo blijft er weinig geld over om te investeren in onderhoud, entertainment, horeca en nieuwe attracties.
Disneyland Parijs moet moderniseren
Dat is iets wat het moederbedrijf nu moet doen. Wie door het Disneyland Parijs loopt, valt op hoe gedateerd het park is. Reserveren bij restaurants kan alleen telefonisch, waarna een receptionist jouw naam noteert op een papiertje. En bij een attractie als Autopia in het futuristische Discoveryland rijden de wagentjes nog (deels) op benzine.
Opknappen en uitbouwen is precies wat Disney-topman Bob Iger heeft beloofd. De enorme schuldenberg en de ingewikkelde eigendomsstructuur zijn verleden tijd. Franse banken, die honderden miljoenen aan Euro Disney S.C.A. hadden geleend, kunnen investeringen niet langer eindeloos dwarsbomen. Als Disney nieuwe attracties neer wil zetten in Parijs, dan is een handtekening van Iger voldoende.
Maar of het genoeg is om Disneyland Parijs er bovenop te helpen? Een uitje naar het resort blijft een dure aangelegenheid. Een toegangsticket voor beide themaparken kost deze zomer 81 euro, zowel voor volwassenen als kinderen.
Eenmaal binnen betaal je de hoofdprijs voor een maaltijd. Een hoofdgerecht in toprestaurant Walt's aan Main Street kost 40 tot 50 euro. Inclusief overnachting is een gezin zo vele honderden euro's kwijt voor een weekendje Disneyland.
Neem dan de Efteling, waar je voor 35,50 euro zweeft in de Droomvlucht, vaart in de Fata Morgana of wandelt door het Sprookjesbos. Ook in Kaatsheuvel komen de dromen van kinderen uit.