De Nederlandse economische groei zou groter kunnen zijn als Nederlanders gemiddeld meer zouden werken, als de werkloosheid zou worden teruggedrongen en als de één miljoen mensen die nu om persoonlijke redenen niet actief op zoek zijn naar werk toch aan de slag zouden gaan.

Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën betoogde dat dinsdag in de Nassaulezing in Breda.

Het arbeidsaanbod, ,,het aantal mensen dat de schouders eronder kan zetten”, is volgens Dijsselbloem een belangrijke ‘groeifactor’. Hij wijst er op dat volgens internationaal onderzoek de Nederlander gemiddeld 1400 uur per jaar werkt. Dat is het laagste van alle ontwikkelde landen. Voor Dijsselbloem zit daar nog ,,een fors potentieel voor de Nederlandse economie verscholen”.

Langer doorwerken

Dijsselbloem ziet het ook als zijn taak als eurogroepvoorzitter om ook in andere landen te pleiten voor meer en langer doorwerken. In Nederland is dat met een verhoging van de pensioenleeftijd al wel geaccepteerd, maar in Duitsland is het nog zeer omstreden. ,,Maar ook Duitsland zal een aantal van dit soort hervormingen moeten doen”, zei Dijsselbloem op vragen uit de zaal.

Volgens de PvdA-minister staat de Nederlandse economie er structureel gezien goed voor. Hij verwees naar onderzoek van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) waaruit blijkt dat de economie in Nederland 5 procent extra kan groeien, mits de goede maatregelen tot de ‘goede dynamiek’ leiden.

In steden wordt het geld verdiend

Die dynamiek ziet Dijsselbloem in een toename van het aantal mensen dat werkt en gemiddeld meer uren werkt, maar ook in een verdere verstedelijking. In steden wordt steeds vaker het geld verdiend en worden de nieuwe ideeën bedacht. ,,Deskundigen noemen steden de fabrieken van de 21e eeuw. Daar gebeurt het en daar moeten we dus op inspelen.” Dat kan volgens Dijsselbloem door steden letterlijk de ruimte te bieden, in de breedte dan wel in de hoogte.

In Nederland is volgens de minister sprake van een verschuiving van de diensteneconomie naar een maakindustrie, waar we bijvoorbeeld in de scheepsbouw weer flink geld verdienen. Voor het kabinet is het een taak om de maakindustrie verder innovatief te ondersteunen, door onder meer de kennis van universiteiten voor bedrijven open te stellen.

Lees ook
Nederlanders nog altijd kampioen deeltijdwerken

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl