Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën pleit voor een afkoelperiode van een aantal jaar voor politici die na hun carrière de overstap maken naar de financiële sector. 

Dat zegt Dijsselbloem in een interview met Vrij Nederland.

Voorbeelden zijn er genoeg. Zo werd Wouter Bos binnen een jaar na zijn afscheid als minister van Financiën partner bij accountantkantoor KPMG. Gerrit Zalm trad direct na zijn ministerschap in dienst bij de DSB Bank van Dirk Scheringa.

“Ik vind het kwetsbaar”, zegt Dijsselbloem daarover. “Je wekt in zulke gevallen onmiddellijk de schijn van belangenverstrengeling, zelfs als je dat keurig gescheiden hebt tot de laatste dag van je ministerschap. Je hoeft geen beroepsverbod voor de rest van je leven te hebben, maar ik ben wel voorstander van een afkoelingsperiode van een paar jaar.”

Boek Joris Luyendijk

De discussie over de nauwe relatie tussen de politiek en banken is weer opgelaaid na de publicatie van Joris Luyendijks boek over de misstanden in de financiële wereld. Daarin betoogt Luyendijk dat er schrikbarend weinig is veranderd bij banken na de kredietcrisis. Hij stelt daarbij de nauwe verwevenheid tussen de politiek, die wetgeving moet maken om de financiële sector in toom te houden, en banken aan de kaak.

Afgelopen zondag ging Luyendijk bij het tv-programma Buitenhof in discussie met oud-minister van Financiën Onno Ruding, die tevens voormalig bankier is. Ruding zei het eens te zijn met het "zorgelijke" beeld van de financiële sector in Londen dat in het boek wordt geschetst. De prikkels en het bonussysteem voor bankiers waren verkeerd.

Beter toezicht

Ruding vindt wel dat er sinds de crisis veel is veranderd in het bankwezen in Nederland en continentaal Europa, onder meer op het gebied van toezicht, risicobeleid en kapitaaleisen. Toch kunnen de buffers die banken moeten aanhouden misschien nog hoger, aldus Ruding, die zei dat er geen garantie is dat er niets meer verkeerd kan gaan. "De kansen zijn kleiner geworden, maar we moeten verder blijven werken om de risico's te verkleinen."

Dijsselbloem legde de excessieve beloningen in de financiële sector vorig jaar aan banden. In de bonuswet van de minister werd onder meer vastgelegd dat een bonus niet meer dan 20 procent van het vaste salaris mag bedragen. Ook wil hij de buffers die banken moeten aanhouden ophogen naar 4 procent.

Ook voor andere sectoren

Overigens moet de afkoelperiode niet alleen gelden voor een overstap naar financiële wereld, vindt Dijsselbloem. Een minister die gaat werken in een sector waar hij kort daarvoor nog toezicht op hield, is tevens problematisch. Dijsselbloem noemt Camiel Eurlings, de gewezen kroonprins van het CDA, als voorbeeld. Die ging een jaar na zijn ministerschap bij Verkeer en Waterstaat aan de slag als bestuursvoorzitter van KLM.

"Ik vind het kwetsbaar dat bewindslieden en andere politici die verantwoordelijk zijn voor een bepaald beleidsterrein direct of kort daarna gaan werken bij bedrijven in dezelfde sector", aldus Dijsselbloem tegenover Vrij Nederland.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl