De cijfers rond het gebruik van internet op de mobiele telefoon zijn ronduit
duizelingwekkend.
In Nederland nam het mobiele internetverkeer het afgelopen jaar met liefst 42
procent toe. Geen wonder dat men voorziet dat we over een jaar of drie meer
draadloos internetten dan achter een ouderwetse PC met een kabeltje.
De mondiale trends zijn niet anders. Volgens de laatste voorspellingen
van Cisco, een van de grootste leveranciers van netwerkapparatuur aan onder
meer telecomproviders, zal het mobiele dataverkeer wereldwijd tot en met
2016 met maar liefst 78 procent per jaar toenemen.
Inkomsten mobiel onder druk
Goed nieuws voor de partijen die ons aan al die mobiele bits en bytes helpen,
zou je zeggen. Maar het tegendeel blijkt het geval. Ze verdienen juist
minder. Vorig jaar daalde de totale omzet uit mobiele telefonie in Nederland
met 4,5 procent, naar 5,8 miljard euro, zo schat Alejandra van de Roer,
analist bij Telecompaper.
Dat is al weer het tweede jaar op rij dat de inkomsten dalen. Dit jaar zal
waarschijnlijk niet beter worden.
We versturen – vooral door de opkomst van online berichtendiensten zoals
Whatsapp – steeds minder sms’jes. Het afgelopen jaar werden er volgens de OPTA
gemiddeld 36 sms’jes per maand verstuurd. Dat is meer dan een kwart minder
dan het jaar ervoor. Bellen doen we ook minder, maar daar is de daling van
een enkele minuten per maand een stuk minder spectaculair.
SMS en bellen melkkoe telco's
Juist op het bellen en het sms'en wordt door de aanbieders relatief veel geld
verdiend. Dataverkeer op de mobiel levert veel minder op, maar het aanbieden
van mobiel internet is wel essentieel. Want dat is de sleutel tot het behoud
van klanten.
Geen wonder dat er hoge verwachtingen zijn van 4G internet. Bij de veiling van
de frequenties in ons land werden er miljarden neergeteld door
telecombedrijven om de boot maar niet te missen. Maar kun je er ook geld mee
verdienen?
Abonnementen aanpassen
De eerste reactie van veel aanbieders op de groei van gratis chatdiensten op
mobiele apparaten, bestond uit het opwerpen van obtstakels. Ze blokkeerden
diensten zoals Skype via je smartphone of tethering, een manier om je mobiel
als modem te gebruiken.
Deze defensieve strategie heeft, afgezien van chagrijn bij de klant, niet veel
opgeleverd. Vanwege de netneutraliteit die in ons land bij wet is geregeld,
mogen aanbieders toegang tot dergelijke diensten niet blokkeren.
Analist Van de Roer signaleert dat de abonnementen steeds meer gericht zijn op
het verbruik aan data. “Vroeger toen de operators het gebruik wilden
stimuleren, kreeg je dataverbruik bijna gratis. Nu zijn de tarieven sterk
veranderd.”
Ter illustratie is het aardig om de tarieven van het bel + sms + web
abonnement van Vodafone
eens te bekijken. In 2010 zat er in dit abonnement nog geen harde limiet aan
de hoeveelheid data die je mocht gebruiken binnen je bundel. Het aantal
belminuten en sms’jes was juist wel aan een maximum verbonden.
Tegenwoordig is het precies andersom. Sms’en kun je onbeperkt doen, maar
wanneer je meer dan 200 mb aan data verstookt, moet je bijbetalen. Ook
andere aanbieders laten je meer betalen voor het verbruik van data. De
belbundel met onbeperkt mobiel internet is een zeldzaamheid geworden.
Nadeel van deze strategie is dat klanten makkelijk data ergens anders tegen
een lagere prijs of zelfs gratis kunnen krijgen. Veel plekken zijn hotspots
waar je gratis met je mobiel kunt internetten.
Omarmen van internetdiensten
Als je de toegang tot dataslurpende substituten zoals Skype, Spotify en in
mindere mate Whatsapp niet meer kunt blokkeren, dan kun je ze maar beter zo
dicht mogelijk tegen de borst drukken. Het mes snijdt bij deze strategie aan
twee kanten. Veel van de apps worstelen immers zelf ook met de vraag hoe ze
geld kunnen verdienen.
De strategische gedachte achter samenwerkingsdeals en overnames van apps door
telecombedrijven is op zich helder: op deze manier kunnen aanbieders nog een
graantje meepikken van het succes van dergelijke diensten. Zo sloot KPN
een deal met de muziekdienst Spotify en T-Mobile
met Deezer Music. Vodafone lanceerde Vodafone
Music. Dat laatste bleek geen succes, waardoor het bedrijf besloot de
stekker eruit te trekken.
Het blijft dan ook lastig voor telecombedrijven. De meest aantrekkelijke
aanbieders van gerelateerde diensten zoals Skype, Whatsapp of Netflix hebben
al zo’n grote schare klanten, dat ze te machtig zijn geworden voor de
telecombedrijven om echt gunstige deals mee te sluiten. En wie het zelf
probeert, zoals Vodafone, loopt tegen enorme concurrentie op.
Concurrentie van kabelaars
Als klap op de vuurpijl dreigt er ook steeds sterkere concurrentie uit een
andere hoek: kabelbedrijven die een stap zetten op de markt voor mobiele
telefonie.
Ziggo en UPC lijken vooralsnog de stap niet te zetten, maar Telecompaper
voorziet dat in ons land Tele2 een grotere concurrent gaat worden onder meer
KPN, na het vergaren van een 4G licentie.
Frankrijk laat zien welke kant het op kan gaan. Daar schudde Free
de markt vorig jaar flink op door met abonnementen voor de mobiele telefoon
te komen. Het was eigenlijk alleen een aanbieder van internet via DSL of
glasvezelkabel. Het bedrijf liep voorop met het introduceren van “triple
play” (bellen, internetten en televisie kijken in één abonnement).
In 2009 won het bij de veiling een 3G licentie in Frankrijk en zette het de
eerste stappen naar mobiele telefonie. Vervolgens sloot Free een
overeenkomst met Orange om gebruik te kunnen maken van hun netwerk.
In januari 2012 lanceerden ze hun ultra-goedkope abonnementen die de markt
voor mobiele telefonie op zijn grondvesten deed schudden. Voor 20 euro per
maand kun je onbeperkt bellen, sms’en en internetten. Het zijn tarieven waar
we hier in Nederland alleen nog van kunnen dromen. Alleen je mobiele
telefoon moet je zelf kopen.
Het is niet ondenkbaar dat er in de toekomst een partij komt die in Nederland
hetzelfde kunstje uitprobeert.
Hotspots
Een van de redenen waarom Free zo’n goedkoop abonnement kan aanbieden is de
enorme dichtheid aan wifi hotspots die het bedrijf in Frankrijk heeft.
Ook in ons land ontstaat er een heel woud aan hotspots. Dit brengt echter weer
een ander dilemma voor aanbieders van internet op de mobiel met zich mee.
Omarmen of juist niet? Aan de ene kant willen de aanbieders waarschijnlijk
graag dat je mobiel internet via hun 3G en straks 4G netwerk. Dit levert ze
sowieso geld op.
In drukke steden zijn 3G-netwerken regelmatig overbelast en zou het voor de
dienstverlening fijn zijn om data te “offloaden” door het verkeer via een
wifi-hotspot te laten lopen. Wanneer je echter via wifi zit te internetten
met je mobiel, valt dat buiten je belbundel en rinkelt de kassa niet meer
voor de aanbieder.
Dit probleem proberen de aanbieders te ondervangen door zogeheten hotspots
2.0 waarmee je automatisch inlogt door middel van wifi-roaming. De
hotspoteigenaar herkent je simkaart en laat je betalen voor dataverbruik via
je provider.
De internationale brancheorganisatie GSMA van aanbieders is voorstander van
dit plan en in ons land zet KPN al stappen in deze richting. In januari
sloot KPN
een overeenkomst met Fon waardoor KPN-klanten in de toekomst gebruik kunnen
maken van de wifi hotspots van Fon.
Op dergelijke deals zullen telecombedrijven echter niet snel massaal
binnenlopen. Een duurzaam verdienmodel voor mobiel internet moet nog
gevonden worden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl