Iedereen op de wereld kan digitaal inwoner van Estland – en dus de Europese Unie – worden. Een jaar nadat het project van start ging, zijn er al 6.000 e-residenten, veel meer dan het land zelf verwachtte. Vooral vanuit Europa is de belangstelling van ondernemers groot, mede om fiscale redenen.
Als er één land in Europa is dat internet een warm hart toedraagt, dan is het wel Estland. In parken in de hoofdstad Tallinn is gratis wifi en de Esten kunnen via internet stemmen in verkiezingen.
Ook ondernemers moeten nu gaan profiteren van de Estse liefde voor online. En niet alleen ondernemers in eigen land, maar bedrijven van over de hele wereld. “In India duurt het twee maanden voordat je zelfs maar te horen krijgt of je gewenste bedrijfsnaam beschikbaar is”, zegt Kaspas Korjus (27), projectmanager van de Estse overheid. “Dat smoort ondernemerschap in de kiem. In Estland kun je op een zondagmiddag in 20 minuten een bedrijf opzetten. Online uiteraard.”
Het moeilijkste aan een bedrijf beginnen in Estland is hoe je ‘OÜ’ uitspreekt, de Estse afkorting voor ‘BV’. Projectmanager Korjus wijdt er op Twitter een video aan. De boodschap is helder: al het andere is kinderlijk eenvoudig.
Digitaal ingezetene in Estland
De jeugdige ingenieur Korjus leidt het project rond de zogenoemde ‘e-resident‘, oftewel ‘digitaal ingezetene’. Het is de nieuwste uitvinding van het land dat ook Skype, TransferWise en Taxify voortbracht.
Een elektronische inwoner is geen volwaardige burger en krijgt geen verblijfsvergunning. Online stemmen is er dus niet bij.
Als e-resident kun je wel gebruikmaken van de talloze innovatieve diensten die de Estse overheid de laatste jaren heeft ontwikkeld. Eén van de belangrijkste eigenschappen is een online handtekening die geldig is in EU-landen die zelf ook een digitale handtekening aanbieden (vanaf juli 2016 moet elk EU-land ze accepteren). Als je in Estland woont, kun je je kaart gebruiken in de zorg en het ov.
Vooral belangstelling uit Europa
Aanvankelijk was het doel voor 2015 om tweeduizend aanvragen binnen te hebben, maar toen dat streefcijfer al na drie maanden was behaald, verhoogde de overheid het tot vijfduizend. Ook die grens is doorbroken, want inmiddels staat de teller boven de 6.400. Eind 2017 moet Estland 25 duizend e-burgers hebben, niet weinig voor een land met 1,3 miljoen echte inwoners.
Korjus en zijn team richten zich op ondernemende Aziaten. Vakmensen die de wereld in willen, maar worden geconfronteerd met wantrouwende banken en die ook niet altijd toegang tot betaaldiensten als Paypal of Stripe hebben. “Estland neemt de controle uit handen. Wij zeggen met dit online ID-bewijs: ‘Hier, wij hebben deze persoon nagetrokken en hij is te vertrouwen'”, zegt Korjus.
Vooralsnog valt de belangstelling uit Azië tegen. Bijna 79 procent van de aanvragers komt uit Europa en slechts 10 procent uit Azië. De meeste digitale burgers van Estland komen uit Finland (1.371), Rusland (625) en de VS (390).
203 Nederlanders - onder wie ambassadeur in Tallinn Jos Schellaars en ondergetekende - zijn ook bij de hipste club van digitaal Europa en ons land staat daarmee op de negende plek. Net als premier van Japan Shinzo Abe overigens, die zijn online identiteit cadeau kreeg toen hij verklapte dat Japan een dergelijk systeem wil op gaan zetten.
Digitaal ondernemer in Estland
182 e-burgers hebben in het voorbije jaar een bedrijf opgezet in Estland, sommigen zonder dat ze ooit een voet in het land hebben gezet. Ook zijn er 440 bedrijven waarin een e-burger betrokken is als eigenaar, directeur of werknemer.
Een e-burger met een bedrijf in Estland, kan vanuit India (198 e-burgers) of Maleisië (8) zijn onderneming runnen en gebruikmaken van internationale betaaldiensten zoals PayPal of Stripe. Hij hoeft niet te verhuizen én ontwijkt ook de moeizame bureaucratie in eigen land.
Aanvragen van het e-burgerschap kan op elke Estse ambassade wereldwijd. Complicatie is wel dat een bankrekening openen nog face-to-face moet in het land zelf. “Maar we werken eraan om ook dat digitaal mogelijk te maken”, belooft Korjus.
Fiscaal regime Estland
Wellicht nog belangrijker voor ondernemers is dat het belastingsysteem voor ondernemers in Estland binnen de OESO als "zeer competitief" bekendstaat. Twee zaken springen er daarbij uit. Op de eerste plaats mogen investeringen in één keer worden afgeboekt in het jaar waarin de uitgaven vallen en geldt dus niet een afschrijving over een reeks van jaren.
Ander opvallend punt is dat Estland alleen belasting heft over de uitgekeerde winst in de vorm van 21 procent dividendbelasting en dus geen klassieke vennootschapsbelasting kent. Wel bestaat er een vermogenswinstbelasting die wordt geheven bij verkoop van aandelen, waarmee de waardestijging van de onderneming wordt belast.