- Kandidaat-premier Dick Schoof is 67 jaar oud.
- Hij zal daarmee de oudste na-oorlogse premier worden bij zijn aantreden.
- Schoof heeft vanwege zijn leeftijd recht op AOW en pensioen, maar hoe wordt dat geregeld als hij premier wordt?
- Lees ook: Nieuwe kandidaat-premier: waarom topambtenaar Dick Schoof aantrekkelijk is voor PVV, VVD en NSC
Kandidaat-premier Dick Schoof kan meteen al een record op zijn naam zetten, als er eind juni of begin juli inderdaad een nieuw kabinet op het bordes staat. Schoof zal dan namelijk met 67 jaar de oudste premier van Nederland zijn in de periode van na de Tweede Wereldoorlog.
In de vorige eeuw was de partijloze liberaal Pieter Cort van der Linden 67 jaar bij zijn aantreden als premier in 1913. Zijn kabinet bleef aan gedurende de Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland neutraal bleef.
De op 8 maart 1957 geboren Schoof is inmiddels ook 67 en kan zelfs de oudste premier ooit bij z’n eerste aantreden worden, als de formatie na 23 juni wordt afgerond. Dan is Schoof namelijk nipt ouder dan Cort van der Linden in 1913.
Voor de volledigheid: er zijn wel staatslieden geweest die met onderbrekingen meer dan eens minister-president zijn geweest en bij een later aantreden ouder waren dan 67. Dit geldt bijvoorbeeld voor de liberale staatsman Johan Rudolph Thorbecke, de man achter de Nederlandse grondwet van 1848.
Thorbecke werd voor het eerst premier op z’n 51e in 1849, maar keerde nog twee keer terug als premier in 1862 en 1871. Bij de start van het derde kabinet Thorbecke was hij in de zeventig en dat kabinet duurde tot 4 juni 1872, de dag waarop Thorbecke overleed.
Veruit de meeste premiers van na de Tweede Wereldoorlog waren beduidend jonger bij hun aantreden dan Schoof. De enige zestiger was Willem Drees in 1948.
Dit zijn de leeftijden van alle na-oorlogse premiers bij hun aantreden:
- 1945: Wim Schemerhorn - 50 jaar
- 1946: Louis Beel - 44 jaar (hij werd in 1958 op 56-jarige leeftijd opnieuw premier)
- 1948: Willem Drees - 62 jaar
- 1959: Jan de Quay - 57 jaar
- 1963: Victor Marijnen - 46 jaar
- 1965: Jo Cals - 50 jaar
- 1966: Jelle Zijlstra - 48 jaar
- 1967: Piet de Jong - 52 jaar
- 1971: Barend Biesheuvel - 51 jaar
- 1973: Joop den Uyl - 53 jaar
- 1977: Dries van Agt - 46 jaar
- 1982: Ruud Lubbers - 43 jaar
- 1994: Wim Kok - 55 jaar
- 2002: Jan Peter Balkenende - 46 jaar
- 2010: Mark Rutte - 43 jaar
Dick Schoof is de AOW-leeftijd gepasseerd en heeft recht op AOW én pensioen
Opmerkelijk ook: de AOW-leeftijd is sinds dit jaar vastgesteld op 67 jaar en Schoof passeerde die grens op 8 maart 2024.
In een interview van afgelopen maart, toen Schoof nog secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid was, schreef De Groene Amsterdammer daarover: "Hij is 67 en zou met pensioen kunnen, maar heeft dispensatie gevraagd en gekregen om nog drie jaar door te gaan."
De vraag hierbij is: hoe wordt dit geregeld met een eventuele AOW-uitkering en opgebouwd pensioen bij ambtenarenfonds ABP, als Schoof premier wordt? In principe heeft hij immers sinds maart al recht op de AOW-uitkering en aanvullend pensioen, want dat is niet gebonden aan het feit of je al dan niet werkt.
"Extra inkomen naast uw AOW heeft geen gevolgen voor de hoogte van uw AOW. Een aanvullend pensioen van uw werkgever en bijverdiensten gaan niet af van uw AOW. Doorwerken heeft ook geen gevolgen voor het aanvullend pensioen dat u bij uw werkgever heeft opgebouwd", zo valt te lezen op de site de Rijksoverheid.
Als full time minister-president verdien je in 2024 een salaris van 189.210 euro op jaarbasis, inclusief 8 procent vakantiegeld en 8,3 procent eindejaarsuitkering. Als Schoof in juli aantreedt als premier, kan hij dus ongeveer de helft van dit bruto salaris krijgen voor de rest van het jaar.
Belastingtechnisch wordt het dan interessant. Wie de AOW-leeftijd passeert, krijgt namelijk te maken met een verlaagd tarief voor de inkomstenbelasting voor het inkomensdeel tot 38.098 euro. Dit heeft ermee te maken dat je als AOW'er geen AOW-premie meer afdraagt.
Voor niet-AOW'ers bedraagt het tarief 36,97 procent in de eerste schijf tot een inkomen van 75.518 euro, maar voor AOW-gerechtigden is er dus een scheiding. Alleen het inkomensdeel tussen de 38.098 euro en 75.518 euro wordt tegen het reguliere tarief belast.
In het jaar dat je de AOW-leeftijd bereikt, geldt voor het inkomen tot 38.098 euro een bijzonder tarief dat afhangt van de maand waarin je de AOW-leeftijd bereikt. Is dat bijvoorbeeld in maart, zoals bij Schoof, dat wordt het tarief 22,05 procent voor de rest van het jaar. In de jaren daarna wordt het tarief tot een inkomen van 38.098 euro standaard 19,07 procent.