De Zeeuwse oester is nu nog onbekend in het buitenland, maar Jean Dhooge van de Oesterij uit Yerseke wil daar verandering in brengen. Zijn oesters zijn inmiddels geliefd in België en Hong Kong, maar ook Canada en Denemarken moeten aan de Zeeuwse oesters.
Er was een tijd dat Nederland in oesterland gelijk stond aan kwaliteit. Maar dat is lang geleden; inmiddels hebben de Franse oesters die reputatie overgenomen.
De Nederlandse oester moet weer wereldwijd op de kaart worden gezet, vindt Jean Dhooge. Hij is één van de tien uitverkoren bedrijven van het Oranje Handelsmissiefonds, wat betekent dat hij extra hulp krijgt bij het opzetten van een buitenlands netwerk. Dit kan Dhooge goed gebruiken omdat hij meer wil inzetten op export.
Het nieuwe kaviaar
De Oesterij, het bedrijf van Dhooge, is een oud familiebedrijf uit Yerseke dat al meer dan honderd jaar oesters kweekt. Het bedrijf levert binnen Nederland, maar ook in België en het Verenigd Koninkrijk.
Dhooge vertelt met veel passie en nostalgie over de platte Zeeuwse oester. “Vroeger ging die de hele wereld over, maar door veel zware winters is de productie teruggelopen. Nu het aantal oesters door de zachte winters weer toeneemt, is het tijd om de platte Zeeuwse oester opnieuw als een luxe product in de markt te zetten. Misschien wel als het nieuwe kaviaar.”
De platte Zeeuwse oester doet het door het warmere weer goed. "En dat is, vind ik, de beste oester. Het duurt dan eventjes voor de kleintjes oogstbaar worden. Dus we zijn gelijk begonnen met contacten leggen in het buitenland, zodat de exportlijnen al klaarliggen."
Samenwerking beter dan monopolie
De eerste uitbreidingen moeten komen in Duitsland en Azië. Duitsland omdat het een grote en goed bereikbare afzetmarkt is. Azië omdat ze daar volgens Dhooge gek zijn op alles waar een schelp omheen zit.
Daarom schreef hij zich in voor het Oranje Handelsmissiefonds, een initiatief van ING, KLM, MKB-Nederland en het ministerie van Buitenlandse Zaken, in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Doel van het fonds is om mkb’ers te helpen bij het internationaal uitrollen van hun product. De Oesterij werd verkozen tot één van de tien winnaars.
Als één van de winnaars wil de Oesterij ook uitbreiden in landen die zelf al flink oesters produceren. Het gaat dan om landen als Canada en Denemarken. De ambassadeurs van deze landen, die Dhooge ontmoet op een speeddate georganiseerd door het Oranje Handelsmissiefonds, reageren sceptisch, aangezien die landen zelf al een flinke oesterproductie hebben en die dus niet zomaar zullen importeren.
Dhooge stelt dat de oesters in Canada in een ander seizoen geoogst worden dan in Nederland. Hij zou dus samen willen werken met Canadese bedrijven om verse oesters te kunnen leven in Canada buiten hun oogstseizoen. Gert Heijkoop, de Nederlandse ambassadeur in Canada, merkt op dat het aanstaande vrijhandelsverdrag CETA de handel tussen Canada en Nederland wel gunstig is voor de onderlinge handel.
Trotse Denen
De Nederlandse ambassadeur in Denemarken, Henk Swarttouw, is pessimistisch. Hij stelt dat Denen zelf veel oesters produceren en enorm trots zijn op alles wat Deens is. Het zal daarom moeilijk zijn om je als Nederlander tussen de Deense oesterkwekers te wringen. "Je gaat in ieder geval niet rijk worden van oesterexport naar Denemarken", waarschuwt Swarttouw.
Ook hier hoopt Dhooge oesters te kunnen leveren buiten het Deense oogstseizoen om. "Ik ben dus niet van plan om de lokale Deense oesters van de markt de drijven." Daarnaast is het telen en oogsten van oesters is een vak apart en de Zeeuwse Oesterij wil graag kennis uitwisselen met de Denen. "De Denen zijn één van de weinigen die ook platte oesters hebben, wij kunnen dus veel van elkaar leren."
Strenge winters
Grote plannen dus, maar er ligt ook een gevaar op de loer: Dhooge is bang voor strenge winters. "Bij een strenge winter vriezen de oesters kapot en is onze productie niet meer stabiel. Eén strenge winter kunnen we wel overleven. Maar als we dat een paar jaar achter elkaar hebben zullen we de export moeten stopzetten om de Nederlandse markt te kunnen voorzien."
Bij de Oesterij doen ze hun uiterste best om die productie stabieler te maken. Dhooge kijkt daarvoor naar verschillende opties om de oester tegen de kou te beschermen. Hij denkt daarbij bijvoorbeeld aan speciale kweekbakken, of om een sterkere oestersoort te kweken die beter tegen de kou kan.