Hoe kan het dat één van de grotere Nederlandse multinationals plots als overnameprooi in het vizier is? Donderdag werd bekend dat verf- en chemiebedrijf AkzoNobel een overnamebod van zijn Amerikaanse collega PPG heeft afgewezen.
Lees hier meer over het ongevraagde bod van PPG en AkzoNobel’s reactie.
Eén van de simpele redenen waarom AkzoNobel kwetsbaar is geworden, heeft te maken met een mondiale consolidatieslag onder verfproducenten. Uit gegevens van databureau Euromonitor blijkt bijvoorbeeld dat AkzoNobel in 2010 nog de eerste plaats bezette bij het wereldwijde marktaandeel van verfproducenten op de consumentenmarkt, met een aandeel van ongeveer 13 procent.
In 2015 was het bedrijf naar plaats drie gezakt op markt voor decoratieve verven, achter twee Amerikaanse bedrijven: Sherwin-Williams (nummer twee) en PPG (nummer één), de huidige belager van AkzoNobel.
Een belangrijke reden voor het feit dat AkzoNobel relatief kleiner is geworden betreft de verkoop van de Noord-Amerikaanse verftak voor consumenten… aan uitgerekend PPG. Die verkoop vond plaats in 2013.
Overigens zijn de decoratieve verven van AkzoNobel goed voor ongeveer 27 procent van de totale omzet van iets meer dan 14 miljard euro. Maar PPG boekt in totaal ook net iets meer omzet dan AkzoNobel.
Bescherming tegen ongewenste overname
AkzoNobel heeft beperkte mogelijkheden om een vijandige overname tegen te gaan. Er is geen stichting die een zogenoemde 'gifpil' kan inzetten: de uitgifte van extra aandelen waarmee zo'n stichting tijdelijk controle krijgt over een bedrijf in geval van een vijandige overnamepoging.
Wel heeft AkzoNobel een stichting die de 48 prioriteitsaandelen van het bedrijf beheert, zo blijkt uit het jaarverslag. Deze Stichting AkzoNobel bestaat uit een aantal commissarissen van AkzoNobel ( Anthony Burgmans, Ben Verwaaijen en Sari Baldauf, plus oud-commissaris Uwe Bufe).
De Stichting heeft het recht om bindende benoemingen te doen van leden van de Raad van Bestuur. Dat kan een obstakel zijn bij een vijandige overname, omdat de Stichting in theorie kan dwarsliggen door te weigeren bestuurders van de overnemende partij te benoemen.
Verkoop chemietak als tegenzet
Als tegenzet heeft AkzoNobel aangegeven zijn divisie voor speciaalchemie te willen verkopen. Daarvoor kan het bedrijf zo'n 10 miljard euro krijgen, meldde persbureau Bloomberg donderdag op gezag van ingewijden. Er wordt belangstelling verwacht van zowel investeerders als branchegenoten in de chemiesector.
Een verkoop zou daarmee bijna de helft kunnen opbrengen van wat rivaal PPG voor heel AkzoNobel op tafel wilde leggen.
Volgens Bloomberg zou de divisie Specialty Chemicals interesse kunnen wekken van investeerders CVC en Carlyle en chemiebedrijf Evonik. Het staat echter niet vast dat het onderdeel aan één partij wordt verkocht. AkzoNobel zei donderdag dat ook een toekomst als zelfstandig beursgenoteerd bedrijf tot de mogelijkheden behoort.
De chemietak behaalde vorig jaar een omzet van 4,8 miljard euro, een derde van de totale opbrengsten van AkzoNobel. Het onderdeel leverde een bijdrage aan de brutowinst (ebitda) van bijna 1 miljard euro, dat is bijna de helft van het totaal. Een verkoop voor tien keer dat bedrag moet haalbaar zijn, aldus de bronnen waarmee Bloomberg sprak.
Punt blijft wel: als AkzoNobel pakweg 10 miljard euro op de bank krijgt door de chemietak te verkopen, moet het bedrijf daar wel iets mee doen. Anders blijft Akzo kwetsbaar voor een overname. Het bedrag zou dus moeten dienen voor versterking van de verfactiviteiten via eigen acquisities. Eten of gegeten worden, kortom.