De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un gaat telkens een stapje verder met de ontwikkeling van een eigen kernwapenprogramma. Afgelopen weekend schokte hij de wereld met wat mogelijk een test voor een waterstofbom was.
De Verenigde Staten reageerden verbaal: minister van Defensie Jim Mattis sprak van een “massale en overweldigende” militaire reactie als Noord-Korea op de huidige voet doorgaat.
Tegelijk houdt de regering van Donald Trump ook tal van slagen om de arm: de VS zijn niet uit op een ‘vernietiging’ van Noord-Korea, benadrukte Mattis.
Vooralsnog lijken de belangrijkste spelers in het conflict te beseffen dat het ontketenen van een nucleair conflict rampzalige gevolgen zou hebben. Dit gegeven speelt volgens sommige commentatoren het regime van Kim in de kaart: die zou het bezit van kernwapens voor de langere afstand vooral beschouwen als een effectief middel om te voorkomen dat hij door een buitenlandse invasie wordt afgezet.
Zolang het uitspelen van de militaire kaart een kwestie blijft van retoriek, kan Noord-Korea eigenlijk alleen met economische middelen onder druk worden gezet. De VS en ook Duitsland willen Kim Jong-un straffen met nieuwe economische sancties.
Maar onderstaande grafiek van databureau Statista laat zien dat sancties van westerse landen weinig indruk zullen maken. Er is slechts één land dat Noord-Korea echt de duimschroeven kan aanzetten: China.