Grootbanken in heel Europa krijgen vanaf 2018 met een extra uitdaging te maken: volgens nieuwe regels moeten banken in de loop van volgend jaar derde partijen – van fintech-startups tot techgiganten zoals Apple en Google – direct toegang geven tot rekeninginformatie van klanten.
De Europese Unie wil de markt voor betaaldiensten openbreken, zodat bijvoorbeeld nieuwe betaalapps direct koppelingen kunnen maken met betaalrekeningen van klanten bij banken. In Brussels jargon gaat het om de PSD2-richtlijn.
Er wordt nog veel gesteggeld over hoe banken precies toegang moeten geven tot rekeninggegevens, maar duidelijk is dat de concurrentie voor traditionele grootbanken fors gaat toenemen.
LEES OOK: Bunq, Revolut en N26: deze nieuwe online banken dagen ABN, Rabo en ING uit
Dinsdag gaf topman Ralph Hamers van ING aan dat hij vooral beducht is voor de grote Amerikaanse techbedrijven. “Als die grote platforms kiezen voor de bankenwereld, kunnen ze enorm veel doen. Ze kunnen alles kopen, ze hebben zulke grote reserves. Het zou me niets verbazen als het een keer gaat gebeuren”, aldus Hamers tegenover het Financieele Dagblad.
Onderstaande grafiek, samengesteld door databureau Statista voor Business Insider Nederland, geeft aan hoe groot de concentratie per land is in de Europese bankensector. Het gaat hier om de totale bezittingen (hypotheken, bedrijfskredieten, beleggingen, enzovoorts) van de vijf grootste banken, afgezet tegen de totale sector in een land.
Deze maatstaf is wat breder dan bijvoorbeeld het betaalverkeer alleen. Maar duidelijk is wel dat de top vijf in Nederland - ING, Rabobank, ABN Amro, De Volksbank en NIBC - vergeleken met veel andere Europese landen extreem dominant is.
Nederlandse grootbanken hebben dus veel te verliezen, als de concurrentiestrijd rond bancaire applicaties op scherp komt te staan met de invoering van nieuwe Europese regels.
(klik voor uitvergroting)