Mario Draghi is even niet de vriend van Nederlandse spaarders.

De baas van de Europese Centrale Bank (ECB) houdt voorlopig vast aan ultralage rentes, waardoor ook spaarrentes laag zullen blijven. Tegelijk knalt de inflatie in Nederland omhoog, waardoor de koopkracht van spaargeld afneemt.

De Europese Centrale Bank (ECB) is bezorgd over groeivertraging in de eurozone. Bij de persconferentie over het rentebeleid liet Draghi donderdag duidelijk doorschemeren dat de rente dit jaar niet meer omhoog gaat. Ook komen er vanaf september weer extra mogelijkheden voor banken om ultragoedkoop te lenen.

Inflatie onder gewenst niveau van 2 procent

De stap van de ECB is mede ingegeven door lagere inflatieverwachtingen. Voor dit jaar rekent de ECB op een inflatie van gemiddeld 1,2 procent voor de eurozone als geheel. Dat is duidelijk onder het gewenste niveau van ongeveer 2 procent.

Door te strooien met goedkoop geld, hoopt de ECB bedrijven te stimuleren tot meer investeringen. Ook kunnen consumenten goedkoper lenen. Het idee is dat een soepel monetair beleid de economische groei ondersteunt en ook prijzen een zetje geeft.

Voor Nederland is de situatie echter beduidend anders. Mede door de verhoging van het lage btw-tarief naar 9 procent sinds 1 januari is de inflatie relatief hoog. In februari steeg de inflatie naar 2,6 procent.

Onderstaande grafiek laat zien dat de Nederlandse inflatie en de gemiddelde prijsstijging in de eurozone flink uiteen beginnen te lopen.

Dit alles is vrij pijnlijk voor Nederlandse spaarders. Waar Draghi kijkt naar de inflatie in de eurozone als geheel en rentes extreem laag houdt, zien Nederlandse huishoudens prijzen stijgen, terwijl ze nauwelijks rente krijgen op hun spaargeld.

De hoogste variabele ligt op 0,35 procent. En als je spaargeld twintig jaar vastzet, krijgt je maximaal 1,8 procent spaarrente. Dat is bij lange na niet genoeg om spaargeld z'n waarde te laten behouden.


 

Lees meer