De huizenprijzen rijzen de pan uit en er is haast geen betaalbare woning meer te vinden.
Desondanks is op de woningmarkt nog geen sprake van een bubbel. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een nieuw rapport over de Nederlandse huizenmarkt.
De prijsindex van bestaande koopwoningen van het CBS toont dat de gemiddelde woningprijs de afgelopen paar jaar sterk is gestegen en weer terug is op het piekniveau van 2008. De sterke stijging van de nominale prijzen roept bij sommigen vragen op over oververhitting en bubbelvorming op de woningmarkt.
De grafiek hieronder van de prijsindex koopwoningen laat een sterke stijging van de huizenprijzen sinds 2014 zien.
(klik voor uitvergroting)
Reële prijzen zijn een betere indicator
Volgens de rekenmeesters van het CPB is de reële huizenprijsindex (dit is de huizenprijsindex gecorrigeerd voor inflatie) een nog betere indicator voor de trend in huizenprijzen. Deze geeft aan of huizenprijzen zich anders ontwikkelen dan het prijsniveau van andere goederen in de economie.
De grafiek van de reële prijsindex toont dat de gemiddelde reële huizenprijzen voor heel Nederland nog ruim onder de piek van 2008 ligt. Maar er zijn grote lokale verschillen. Bijvoorbeeld in de vier grote steden - Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht - zijn de reële prijzen wel gestegen tot een nieuw hoogtepunt.
De grafiek hieronder toont de reële prijsindex: de donkerblauwe lijn is gemiddelde huizenprijs.
(klik voor uitvergroting)
Lage rente en weinig aanbod mede bepalend voor hogere prijzen
Volgens de onderzoekers corresponderen de lage rente en het krappere woningaanbod met een hoger fundamenteel niveau van huizenprijzen. Zo is de rente nu veel lager dan in 2008, en door de lage nieuwbouwproductie van de afgelopen jaren zal het nog lang duren voordat de woningvoorraad weer terug is bij het aantal woningen dat er zonder crisis zou zijn geweest.
Toch wijzen de sterk stijgende prijzen in sommige regio's wel op oververhitting. "De combinatie van een krappe markt, die bovendien in hoog tempo verder verkrapt, en sterk stijgende huizenprijzen sluit nauw aan bij de in deze studie gehanteerde definitie van oververhitting", aldus schrijven de onderzoekers in het rapport.
Volgens hun inschatting "is deze oververhitting – samen met de jubelstemming die op dit moment op de woningmarkt heerst - op dit moment echter nog niet problematisch. Voor zover we daar iets over kunnen zeggen, lijkt van een bubbel nog geen sprake te zijn." Wel merken zij op dat "toekomstige bubbelvorming niet kan worden uitgesloten."