Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft laten uitzoeken waar grootverdieners zitten bij semi-publieke instellingen die geen hoge managementposities bekleden. Lobbyclubs van luchtverkeersleiders, universiteiten en de publieke omroep vinden het terecht dat hun ’toppers’ meer verdienen dan premier Rutte.

Wat te doen met topsalarissen bij (semi-)publieke instellingen? Dat wil zeggen sectoren die direct met belastinggeld worden gefinancierd zoals universiteiten, dan wel een door de overheid beschermde monopoliepositie genieten (luchtverkeersleiding) of gesubsidieerd worden (podiumkunsten).

Met de ‘Wet Normering Topinkomens‘ probeert de politiek excessen aan te pakken bij topbestuurders. Voor topfunctionarissen bij semi-publieke instellingen is de nieuwe norm sinds dit jaar dat salarissen niet boven de ministersbeloning van 178 duizend euro mogen liggen.

Vraag is nu wat er moet gebeuren met andere grootverdieners bij onder meer universiteiten, financiële toezichthouders en de publieke omroep.

Minister Ronald Plasterk heeft daar onderzoek naar laten doen. Uit een verslag dat donderdag werd gepubliceerd blijkt dat lobbyclubs heftig tegenstribbelen. Plasterk is er naar eigen zeggen nog niet uit wat er met de vermeende toptalenten moet gebeuren die meer verdienen dan de ministersnorm.

Topinkomens voor (semi-)publieke toptalenten

Het onderzoeksverslag identificeert zeven in het oog springende sectoren waar toppers die geen topbestuurder zijn méér verdienen dan de ministersnorm. Daarnaast blijken er bij het Rijk en de gemeenten nog enkele tientallen grootverdieners rond te lopen die geen topfunctionaris zijn.

Niet in alle gevallen rollen er precieze aantallen uit. Zo meldt de zorgsector dat er vermoedelijk "enkele honderden" medewerkers zijn die boven de 178 duizend euro per jaar zitten -- let wel: het gaat dan niet om medisch specialisten. En universiteiten spreken over 75 tot 100 wetenschappers die meer dan een ministerssalaris verdienen.

Ga je uit van pakweg 200 zorgmedewerkers en ruim 80 wetenschappers dan komt het totaal op ruim 550 niet-topfunctionarissen die boven het ministerssalaris zitten.

1) Luchtverkeersleiders: 117

Wie?
Bij de luchtverkeersleiders zijn er 117 gevallen van niet-topfunctionarissen die boven de 178 duizend euro zitten. Opvallend zijn vooral de 26 personen die gebruik maken van de regeling Functioneel Leeftijdsontslag Non-activiteit (FLNA).

Waarom verdienen ze zoveel?
De hoogte van de topinkomens wordt volgens de Luchtverkeersleiding Nederland onder meer verklaard door onregelmatigheidstoeslagen (werken buiten kantooruren en op zon- en feestdagen), schaarste aan talenten die over de juist "mix en dosering van competenties" beschikken, de hoge complexiteit van luchthaven Schiphol en internationale concurrentie.

Wat betreft de FLNA-regeling gaat het om verplichte non-activiteit vanaf 58 jaar (en vanaf 55 jaar voor degenen die vóór 2005 in dienst traden). De eerste vijf jaar krijgen luchtverkeersleiders dan 80 procent van het laatst genoten salaris en de volgende vijf jaar 70 procent.

2) Universiteiten: 75 tot 100 wetenschappers

Wie?
De grootverdieners zijn grotendeels wetenschappers bij universiteiten, waarvan een deel afkomstig uit het buitenland. Ook zijn er een beperkt aantal deeltijdwetenschappers die, omgerekend naar een fulltime baan, meer dan 178 duizend euro per jaar verdienen.

Daarnaast hebben universiteiten een "kleine groep" niet-wetenschappers geïdentificeerd die meer dan 178 duizend euro per jaar verdienen. Deze club is echter "niet goed in beeld". Mogelijk betreft dit "een enkele uit het bedrijfsleven aangetrokken decaan of faculteitsdirecteur met een bijzondere opdracht".

Waarom verdienen ze zoveel?
De VSNU (Vereniging samenwerkende Nederlandse Universiteiten) stelt dat toptalenten naar internationale maatstaven worden beloond. Deze nationale en internationale toptalenten kunnen ook als boegbeeld fungeren om andere talenten aan te trekken. "Topwetenschap is daarmee een internationale aangelegenheid geworden waarbij wordt geconcurreerd op een internationale markt. Het bieden van goede onderzoeksfaciliteiten en bijpassende, hogere inkomens horen daar bij", aldus de motivatie in het onderzoeksrapport.

3) Publieke omroep: 40 presentatoren en programmamakers

Wie?
Bij de presentatoren van de publieke omroep mogen er met instemming van raad van bestuur maximaal 8 in de categore C+ vallen: een beloning boven de 231 duizend euro. Hoe het met de overige 32 toppers zit, is niet duidelijk.

Waarom verdienen ze zoveel?
Hoewel het om de publieke omroep gaat, doet "de markt hier zijn werk", aldus motivatie van de publieke omroep. Er is sprake van concurrentie door commerciële omroepen die regelmatig talent wegkopen. De groep 'talenten' bij de publiek omroep zorgt voor hoge kijkcijfers. Zonder topbeloning dreigen de talenten over te lopen maar de commerciëlen.

4) Cultuur: 5 chef-dirigenten

Wie?
In de praktijk gaat het alleen om chef-dirigenten van grote orkesten, als je deeltijdbeloningen omrekent naar voltijdssalarissen.

Waarom verdienen ze zoveel?
De top van de cultuursector werkt in een "concurrerende en prijsbepalende internationale omgeving".

5) De Nederlandsche Bank: 59 medewerkers

Wie?
Bij de toezichthouder voor financiële instellingen werken 59 divisiedirecteuren, afdelingshoofden, econometristen en actuarissen die meer verdienen dan 178 duizend euro.

Waarom verdienen ze zoveel?
Naast de salarisschaal spelen bij DNB ook de "relatief gunstige pensioenregeling en meetellende leaseauto's" mee bij de beloning, al is wel sprake van een "versobering" van het beleid.

Belangrijk is verder dat een aantal specialisten afkomstig is uit de financiële sector. Hun expertise acht de toezichthouder noodzakelijk en die wordt alleen tegen een "passende beloning" aangeboden. Verder speelt ook voor DNB de concurrentie met internationale toezichthouders en de financiële sector zelf.

6) Autoriteit Financiële Markten: 10 medewerkers

Wie?
Bij toezichthouder AFM, die kijkt of aanbieders van financiële producten zich netjes gedragen, verdienen enkele afdelingshoofden en een paar accountants, actuarissen en automatiseerders meer dan 178 duizend euro per jaar. Het gaat om specialisten en gespecialiseerde managers afkomstig uit de financiële sector.

Waarom verdienen ze zoveel?
De argumentatie is vergelijkbaar met die van collega-toezichthouder DNB: experts uit de financiële sector eisen een "passende beloning".

De AFM heeft het naar eigen zeggen in de huidige ruimere arbeidsmarkt iets makkelijker om experts aan te trekken, maar denkt dat dat niet zo zal blijven. Bij een beloning van maximaal 178 duizend euro, zou het ook nu lastig zijn om genoemde financiële experts aan te trekken.

7) Zorg: enkelen honderden managers, apothekers en klinisch chemici

Wie?
De zorgsector heeft grote moeite om te identificeren wie afgezien van directies en medische specialisten een beloning van meer dan 178 duizend euro per jaar krijgt. Met "een grote slag om de arm" gaat het om enkele honderden niet-topfunctionarissen. Qua functies moet gedacht worden aan: managers ICT, managers financiën, managers inkoop, apothekers, klinisch fysici en klinisch chemici.

Waarom verdienen ze zoveel?
Ook brancheorganisaties in de zorg wijzen op de druk van de markt. Zorginstellingen functioneren steeds meer als bedrijven en de "bedrijfsvoering is daarop aangepast". De sector kaatst de bal terug naar de politiek die heeft gekozen voor "marktwerking" in de zorgsector. Inkoop en financiering worden complexer en vragen om professionals uit de marktsector.

8) Rijk: 32 ambtenaren, ex-piloten, voormalige korpschefs

Wie?
Het identificeren van grootverdieners onder de niet-topfunctionarissen bij het Rijk blijkt geen sinecure. Een scan onder 123 duizend rijksambtenaren bij ministeries en enkele zelfstandige bestuursorganen levert acht 'hits' op. Maar onbekend is om wat voor functionarissen het gaat.

Verder is er specifiek bij het Ministerie van Defensie nog wat extra informatie uitgerold. Zo zijn er 20 voormalige piloten die nog recht hebben op een 'garantievliegtoelage'. En vijf voormalige korpschefs verdienen na de vorming van de Nationale Politie nog meer dan 178 duizend euro per jaar.

Waarom verdienen ze zoveel?
Voor het Rijk worden geen redenen gegeven waarom het redelijk is dat niet-topfunctionarissen meer dan een minister verdienen.

9) Gemeenten: 16 ambtenaren managers

Wie?
Een scan van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) leverde twee uitzonderlijke gemeenten op. In één gemeente zijn er 12 overschrijders van de ministersnorm van 178 duizend euro. De meeste zitten enkele honderden tot duizenden euro's boven de norm met één uitschieter. In een andere gemeente zijn er vier "managers" die boven de norm zitten.

Waarom verdienen ze zoveel?
Ook vanuit gemeenten geeft het onderzoeksverslag geen rechtvaardiging van de normoverschrijding.

Oeps! We konden je formulier niet vinden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl