Voor het eerst sinds het World Economic Forum (WEF) in 2006 de ongelijkheid tussen man en vrouw is gaan meten is de zogeheten Global Gender Gap groter geworden.
De index die de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in 144 landen wereldwijd meet staat nu op gemiddeld 68 procent, op een schaal van 0 tot 100 procent. Bij 100 procent is volgens het WEF sprake van volledige gelijkheid en is de maatschappelijke kloof tussen man en vrouw gedicht. Het slechtst presterende (Jemen) haalt overigens nog altijd een score van 52 procent.
Er wordt gekeken naar vier sleutelsectoren: gezondheid, opleiding, politieke en economische participatie.
Nederland heeft een flinke duikeling gemaakt op de lijst. Het minst ongelijke land ter wereld is IJsland met een score van 88 procent. Nederland is flinke gezakt: we stonden vorig jaar nog 16e maar zijn nu gezakt naar de 32e plaats, met een score van 74 procent.
Alleen op het gebied van onderwijs en leerresultaten doet Nederland het goed, op de andere gebieden is er nog veel werk aan de winkel, beaamt de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Ingrid van Engelshoven, tegenover ANP:
"Mooi dat in het onderwijs de kansen voor mannen en vrouwen gelijk zijn maar het gaat mis als ze de arbeidsmarkt betreden. "Het is inderdaad zo dat er nog altijd te veel ongelijkheid is qua inkomen. En daar is geen enkel goed argument voor te bedenken."
Naast IJsland zijn de landen met de minste ongelijkheid tussen mannen en vrouwen zijn naast Noorwegen en Finland. En op de vierde plaats verrast Rwanda.
Maar het gaat niet overal beter. In 60 landen ging de situatie afgelopen jaar achteruit. Dit zijn de 16 landen waar de ongelijkheid tussen man en vrouw het grootst is: