De partij DENK gebruikt nepaccounts op sociale media om tegenstanders aan te vallen en reclame te maken voor de partij.
Dat concludeert NRC Handelsblad. De krant sprak met (oud-)medewerkers, las vertrouwelijke stukken en zag interne mails en chats.
NRC noemt onder meer een aanval op PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch, die in de Volkskrant kritiek had geuit op DENK. Campagneleider Farid Azarkan stelde in een chat op WhatsApp een reactie voor.
“Kan er iemand op Marcouch antwoorden: Jij bent helemaal niet geïnteresseerd in een wezenlijke bijdrage van DENK. Jij wilt alleen vaststellen dat DENK niet deugt. Erg doorzichtig en heel hypocriet.”
Enes Yigit, leider van de jeugdafdeling van DENK, zou vervolgens hebben gesuggereerd een zogeheten troll-account te gebruiken. Azarkan accepteerde dat, waarop Yigit zei: “Ga ik doen.”
Autochtone namen
DENK heeft minstens twintig nepprofielen aangemaakt op Facebook en Twitter die op sociale media ruim 1600 berichten hebben geplaatst.
Richard Rogers, hoogleraar nieuwe media en digitale cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, bevestigt de praktijken. "Deze valse identiteiten worden ingezet om de beweging groter te laten lijken. Het is een tactiek om invloed uit te oefenen."
Sommige nepaccounts hebben autochtone namen, zoals Adriaan Wijenberg, Norbert Groenendijk en Ted van Denen. Voor de profielen worden foto's van internet geplukt, zoals de foto van de Belgische theatermaker Lucas De Man. De partij zou autochtone profielen hebben gemaakt omdat ze niet wilde worden gezien als "boze Turken die alleen maar voor moslims opkomen", aldus NRC.
Is DENK de enige?
DENK bevestigt noch ontkent dat de partij zich heeft bediend van nepaccounts op sociale media om tegenstanders aan te vallen. In een filmpje op Facebook, waarin de partij zich verweert tegen berichten dat DENK deze zogeheten trollen zou gebruiken, wijst zij vooral naar anderen.
"Er wordt gedaan alsof politiek gemotiveerde fake-accounts exclusief is voorbehouden aan ons", klaagt DENK-leider Tunahan Kuzu. "Social media wemelt van de trollen." Onder meer NRC Handelsblad zelf heeft volgens Kuzu en campagneleider Azarkan veel meer nepvolgers. Op de beschuldiging dat de DENK-top die nepvolgers zelf aanstuurt om bedenkelijke klusjes op te knappen gaat het tweetal niet in.
Kuzu en Azarkan noemen het "opmerkelijk dat hele whatsappgesprekken naar de media zijn gelekt door mensen die tot voor kort in de top van DENK actief waren". Ze verduidelijken niet wie zij bedoelen. Eind vorig jaar verlieten Sylvana Simons en campagneleider Ian van der Kooye DENK om samen Artikel 1 te beginnen.
DENK klaagt NRC aan
De nieuwbakken politieke partij en NRC zijn bepaald geen vriendjes, sinds de krant vorig jaar berichtte dat de Limburgse zorginstelling Daelzicht een integriteitsonderzoek is gestart naar DENK-voorzitter Selçuk Öztürk.
De zorginstelling heeft in 2011 een voormalig zorgcomplex verkocht aan een bedrijf van Öztürk, die toen nog geen Kamerlid was. Dit is volgens de krant tegen een opmerkelijk lage prijs gebeurd. Een andere zorginstelling, Reinaerde uit Utrecht, zegt onderzoek te doen naar mogelijke omkoping.
Öztürk noemt de berichtgeving onwaar en wijst erop dat uit onderzoeken niet is gebleken dat hij verkeerd heeft gehandeld. "We kunnen als samenleving niet accepteren dat er geprobeerd wordt om gekozen volksvertegenwoordigers monddood te maken met valse berichten. Ik ben nu genoodzaakt om via de juridische weg mijn recht te halen", aldus het Kamerlid. Hij heeft ook een procedure aangespannen bij de Raad voor de Journalistiek.
Behandeling zaak verschoven
Volgens Öztürk weigert NRC te verschijnen voor de Raad voor de Journalistiek (RvdJ). "Het NRC weet dat zij ‘journalistiek’ prutswerk geleverd hebben. Daarom durven ze niet te komen naar de zitting bij de Raad voor de Journalistiek", aldus de parlementariër in een persbericht.
Klopt niet, stelt de hoofdredactie van NRC op de site van de krant. "Op verzoek van NRC besloot de Raad voor de Journalistiek de zaak een maand te verplaatsen van 24 februari naar 24 maart en heeft dat drie weken geleden aan Öztürk laten weten."
Een woordvoerster van de RvdJ bevestigt de uitleg van NRC. De raad vindt dat het persbericht Öztürk een onjuist beeld schetst van de gang van zaken. "We hadden de klacht van Öztürk ontvangen en hebben de behandeling tijdens de zitting van 24 februari ingepland. NRC liet weten die dag verhinderd te zijn. De raad wil partijen de gelegenheid geven hun zaak toe te lichten en we hebben de behandeling naar 24 maart verschoven. Dat hebben we Öztürk ook laten weten."