Als een boemerang komt de aangifte van VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra over mogelijk lekken uit de commissie-Stiekem (CIVD) naar de Tweede Kamer terug. Het Openbaar Ministerie stuurt de behandeling ervan door naar het presidium van de Tweede Kamer. Het OM is naar eigen zeggen namelijk niet bevoegd om verder onderzoek te doen, aangezien het mogelijk om een ambtsmisdrijf door een lid van de Tweede Kamer gaat.

In de commissie-Stiekem bespreken de fractievoorzitters staatsgeheime zaken met de minister van Binnenlandse Zaken (verantwoordelijk voor de AIVD) of de minister van Defensie (verantwoordelijk voor de MIVD).

In elk geval Halbe Zijlstra (VVD), Sybrand Buma (CDA), Alexander Pechtold (D66) en Diederik Samsom (PvdA) willen niet reageren over het mogelijk lekken van één of meer van hun collega’s uit de commissie-Stiekem. Andere fractievoorzitters zijn nog niet ingegaan op een verzoek om een reactie.

In de tijd van het mogelijk lekken maakten naast Zijlstra, Samsom, Buma en Pechtold ook zes andere fractievoorzitters deel uit van de commissie-Stiekem. Dat waren Geert Wilders (PVV), Emile Roemer (SP), toenmalig fractievoorzitter Arie Slob van de ChristenUnie, toenmalig fractievoorzitter Bram van Ojik van GroenLinks, Kees van der Staaij (SGP) en Marianne Thieme (PvdD).

Premier Rutte hield zich op de vlakte. “Ik wil eerst de feiten precies kennen” en “voor mijn gevoel is het echt een zaak van de Tweede Kamer. Ik ben zeer terughoudend daarop te reageren”, zei hij na afloop van beraadslagingen op de EU-Afrika vluchtelingentop.

Ambtsmisdrijf

De aangifte van het schenden van de geheimhoudingsplicht uit een besloten vergadering van de CIVD kwam volgens het OM binnen op 13 maart vorig jaar. "De Rijksrecherche heeft vervolgens onder leiding van het OM onderzoek gedaan. Hierbij zijn belgegevens van onder meer de leden van de CIVD onderzocht en enkele mensen gehoord. De Rijksrecherche heeft geen telefoons getapt'', benadrukt het Openbaar Ministerie.

"Nadat een of meer leden van de CIVD in beeld kwamen ten aanzien van het mogelijk lekken van informatie, is het onderzoek door de Rijksrecherche stilgelegd. Aangezien het hier mogelijk om een ambtsmisdrijf door een lid van de Tweede Kamer gaat, is het OM niet bevoegd om verder onderzoek te doen, zo is vastgelegd in artikel 119 van de Grondwet."

Ernstige zaak

Het OM speelt de aangifte en relevante onderzoeksgegevens door naar het presidium van de Tweede Kamer, het dagelijks bestuur gevormd door Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburgen en zeven Kamerleden. Het mogelijk lekken van staatsgeheime zaken door een van de fractievoorzitters in de Tweede Kamer is "een unieke en ernstige zaak'', zei Van Miltenburg.

Ze heeft voor donderdagochtend het presidium bijeengeroepen om te bepalen wat er nu moet gebeuren. "Het is van het grootste belang dat we zorgvuldig en afgewogen besluiten nemen'', aldus Van Miltenburg.

Alleen maar verliezers

De Kamer kan volgens staatsrechtgeleerde professor Wim Voermans in deze zaak alleen maar verliezen. De vervolgingsbeslissing is hoe dan ook een ramp. Als er niet wordt besloten tot vervolging heeft dat ernstige gevolgen voor de geloofwaardigheid, als er wel wordt besloten fractievoorzitter(s) - en dat zijn niet zomaar parlementariërs, aldus Voermans - te vervolgen, is dat desastreus voor de verhoudingen.

"Kamerleden die toch een soort verbondenheid met elkaar hebben (zelfs met al het partijpolitieke theater) die nu een vervolgingsbeslissing moeten gaan nemen over één of enkele van hun collega’s. Fractievoorzitters ook nog. Een bijna onmogelijke beslissing. Zo een die je fout of fout kan doen. De geloofwaardigheid van de Tweede Kamer is door de overdracht van het dossier van het OM sowieso al in het geding.''

Achterhaalde bepaling

Voermans plaatst vraagtekens of artikel 119 van de Grondwet, die het in handen van de Tweede Kamer legt om te beslissen over de vervolging, tegenwoordig nog wel zo’n handige bepaling is. "Stokoud - meer dan 150 jaar. Natuurlijk, je wil voorkomen dat het OM zomaar Kamerleden kan vervolgen, maar dit legt de bal wel heel eenzijdig in de hoek van de Kamer", schrijft hij in zijn blog.

Beter is volgens hem de Kamer een soort suspensief vetorecht te geven, voor als het OM de zaak wil overdragen aan de Procureur-Generaal voor vervolging voor de Hoge Raad. "Dat de Kamer dan lichtvaardige vervolging kan stuiten met tweederdemeerderheid, of zo."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl