- De nieuwe coalitie van PVV, NSC, VVD en BBB heeft geen specifieke afspraken gemaakt over pensioen.
- Dit betekent dat bestaande plannen in principe doorgaan, zoals het bieden van de mogelijkheid om een groter bedrag ineens op te nemen bij pensionering.
- Maar is het slim om een groter bedrag in één keer aan pensioen op te nemen? Let op deze fiscale gevolgen.
- Lees ook: Stoppen met werken? Veel Nederlanders gaan met pensioen vóór de AOW-leeftijd – zo scoren we internationaal
In het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie van PVV, NSC, VVD en BBB zijn een aantal kwesties waar de vier partijen het niet over eens konden worden, buiten beschouwing gelaten. Dat geldt onder meer voor het onderwerp pensioen.
Dit betekent in principe dat aanpassing van de pensioenwetgeving een vrije kwestie is voor de Tweede Kamer. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het plan om het mogelijk te maken om bij pensionering eenmalig een bedrag ineens te laten uitkeren van je pensioen. Begin juni vergadert de Tweede Kamer hier weer over.
Het idee is dat werknemers die pensioen opbouwen via de werkgever, straks bij pensionering maximaal 10 procent van het opgebouwde pensioen in één keer kunnen opnemen. Doel is om dit vanaf 1 januari 2025 mogelijk te maken.
Dit klinkt wellicht aantrekkelijk, maar er kunnen flink wat financiële haken en ogen aan zitten. Zo houd je bij een grotere uitkering ineens daarna een lagere maandelijkse pensioenuitkering over. Het is dus belangrijk om de financiële gevolgen van zo’n stap goed te overzien.
Vermogensplanner Peter Beets van ABN AMRO MeesPierson heeft in een rekenvoorbeeld uitgewerkt hoe dit kan uitpakken. In algemene zin geeft Beets aan dat er 4 dingen zijn om goed rekening mee te houden.
- Als je een pensioenbedrag ineens laat uitkeren en ook nog ander inkomen hebt in dat jaar, kan dat leiden tot hogere belastingen en een hogere bijdrage aan de Zorgverzekeringswet (Zwv). Houd er dus rekening mee dat de belastingaanslag over het jaar van de eenmalige pensioenuitkering hoger kan uitvallen.
- Voor huishoudens die toeslagen ontvangen, zoals de huur- of zorgtoeslag, kijkt de Belastingdienst achteraf of iemand in het voorafgaande jaar terecht een toeslag heeft ontvangen. Had je door de hogere pensioenuitkering opeens een hoger inkomen, dan kan het zo zijn dat het recht op toeslagen vervalt. Je wilt dit dus vooraf eigenlijk al weten, om niet achteraf met verrassingen te maken te krijgen.
- De keuze voor een hoger pensioen ineens kan sterk beïnvloed worden door iemands levenssituatie. Als bijvoorbeeld sprake is van een korte levensverwachting, kan pensioen ineens een logische keuze zijn.
- Pensioenkeuzes kunnen achteraf niet meer gewijzigd worden: als je voor een pensioenuitkering ineens kiest, kun je dat later niet meer terugdraaien.
Groter bedrag aan pensioen in één keer opnemen: fiscale gevolgen
Laten we nu naar het rekenvoorbeeld kijken van vermogensplanner Beets. Uitgangspunt is hier een alleenstaande vrouw die op haar 67e met pensioen gaat. Ze krijgt dan een AOW-uitkering en een pensioenuitkering die ze via de werkgever heeft opgebouwd. Ook ontvangt ze huur- en zorgtoeslag.
Alleenstaande met AOW en pensioen
- AOW-uitkering bruto per maand: €1.542
- Pensioen werkgever bruto per maand: €617 (exclusief vakantiegeld), €667 per maand inclusief vakantiegeld
- Huurtoeslag en zorgtoeslag bruto per maand: €430
De vrouw krijgt de mogelijkheid om van haar pensioen een brutouitkering van 12.000 euro ineens te ontvangen. Het gevolg hiervan is wel dat de levenslange uitkering daarna lager wordt: in plaats van 667 euro per maand (inclusief vakantiegeld) daalt de uitkering naar 600 euro per maand. Dat scheelt dus 67 euro per maand bruto, in totaal 800 euro per jaar.
Maar dat is niet het enige. Door de opname van het bedrag ineens heeft de vrouw gedurende één jaar een fors hoger inkomen. Het gevolg hiervan is dat de zorgtoeslag vervalt en dat de huurtoeslag flink lager wordt. Ook betaalt ze meer belasting en een hogere bijdrage aan de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Gevolg is dat de vrouw in het jaar van de pensioenuitkering ineens netto ongeveer 3.200 euro extra overhoudt, ofwel 268 euro per maand. Dit terwijl ze een bruto-uitkering van 12.000 euro heeft gekregen.
In de tabel hieronder is op basis van jaarbedragen het verschil tussen het reguliere pensioen en de situatie in het jaar met een pensioenuitkering ineens weergegeven.
Als de vrouw kiest voor een lagere pensioenuitkering ineens van bijvoorbeeld 5.000 euro, verbetert het financiële plaatje niet substantieel, volgens vermogensplanner Beets. Dan houdt ze van dat bedrag netto maar 1.100 euro over.
Kortom, het is van groot belang om het totale financiële plaatje in beeld te hebben, als je kiest om in één keer een groter bedrag uit je pensioenpot te halen, op het moment dat je met pensioen gaat.