Mensen met geestelijke problemen moeten nog steeds te lang wachten op hulp, ondanks herhaalde beloftes van zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
Staatssecretaris Paul Blokhuis Volksgezondheid dreigt met onder meer boetes als de branche dat probleem niet beter aanpakt.
Mensen met bijvoorbeeld autisme, persoonlijkheidsstoornissen en angststoornissen staan vaak nog altijd meer dan veertien weken op een wachtlijst. Die norm (de zogeheten treeknormen) werd vorig jaar vastgelegd en de branche kreeg tot 1 juli van dit jaar om daar aan te voldoen.
Uit een rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat dit niet gaat lukken.
“Ik ben daarover zeer teleurgesteld”, schrijft Blokhuis aan de Tweede Kamer. “Vooral voor de mensen die soms maanden moeten wachten op hulp en zorg. Ik ga alle betrokken partijen stevig aanspreken op hun verantwoordelijkheid.”
De staatssecretaris heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd gevraagd of de wachttijd kan worden meegenomen in de beoordeling van de kwaliteit. Verder heeft de NZa gerichte controles aangekondigd bij zorgverzekeraars. Die zijn verantwoordelijk voor de zorginkoop en de wachttijdbemiddeling.
Blokhuis wijst erop dat zorgverzekeraars een zorgplicht hebben. Als een patiënt niet op tijd terechtkan, moet gekeken worden of ergens anders wel sneller plaats is. "Als een verzekeraar de zorgplicht niet nakomt, kan de zorgautoriteit een boete opleggen'', waarschuwt Blokhuis in De Volkskrant. "Zover zijn we nog niet, maar het kan.''
De lange wachttijden hebben volgens Blokhuis meerdere oorzaken. Zo is behandelcapaciteit niet alleen schaars, maar ook slecht verdeeld. Daarnaast schort het aan onderlinge samenwerking en spelen de krappe arbeidsmarkt en een gebrekkige informatievoorziening voor patiënten een rol.