De Tweede Kamer moet zich kunnen uitspreken over brede handelsverdragen die de Europese Unie met andere landen sluit.
Afspraken over bijvoorbeeld geschillenbeslechting en bepaalde investeringen moeten worden voorgelegd aan de 28 EU-lidstaten en hun parlementen. Die kunnen het akkoord dan tegenhouden.
Dat oordeelde het Europese Hof van Justitie dinsdag over het handelsakkoord tussen de EU en Singapore uit 2013.
De Europese Commissie ziet het sluiten van handelsakkoorden als haar exclusieve bevoegdheid. Om hier juridische duidelijkheid over te krijgen legde zij de kwestie in 2014 voor aan het hof in Luxemburg. Dat oordeelt nu dat ook de lidstaten een stem hebben, zoals de landen in de juridische procedure zelf hadden aangevoerd.
Andere verdragen mogelijk vertraagd
Het verdrag met Singapore was het eerste dat behalve op traditionele bepalingen over douanerechten en handelsbelemmeringen ook ingaat op kwesties als intellectueel eigendom, investeringen, overheidsopdrachten, mededinging en duurzame ontwikkeling. Het hof stelt dat ‘Brussel’ over veel van deze zaken gaat, maar dat met name arbitrage bij conflicten tussen investeerders en staten ook een bevoegdheid van de EU-landen is.
Dat kan de handelsverdragen met bijvoorbeeld Japan en Mexico waar de EU nu over onderhandelt fors vertragen. Volgens Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks) is de uitspraak ook van belang voor de handelsdeal met de Britten na hun vertrek uit de EU. Hij denkt dat premier Theresa May er niet blij mee zal zijn.
Onder druk van landen als Nederland, Duitsland en Frankrijk besloot de commissie vorig jaar al de nationale parlementen inspraak te geven in het omstreden CETA-vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada.