Tiësto is niet de eerste artiest die buiten zijn vakgebied bijverdient.
Beroemdheden lopen binnen op hun restaurants, kledinglijnen en parfums. Ze
hebben in de gaten dat hun naam en wat ze uitstralen de consumenten
aanspreken. Artiesten gaan zichzelf steeds meer als merk zien.

In Amerika is er al een term voor: mogul. Artiesten die hele imperiums
opbouwen buiten de muziekindustrie. De bekendste is Sean Combs, beter bekend
als Puff Daddy, inmiddels P Diddy. Zijn bedrijf Bad Boy World Wide
Entertainment, zeshonderd man personeel, zet 300 miljoen dollar per jaar om.
Buiten alle muziekgerelateerde activiteiten heeft Diddy een eigen
kledinglijn, twee restaurants en een marketing- en reclamebureau dat onder
meer campagnes ontwierp voor Nike, Pepsi en Reebok.

Ook rapper 50 Cent moet het niet hebben van zijn cd-verkoop om zijn geld te
verdienen. Het grootste gedeelte van de 40 miljoen die hij in 2006
binnenhaalde kwam van zijn andere activiteiten zoals zijn kledinglijn,
schoenencollectie, platenmaatschappij, film, boeken en mineraalwater. Ook
maakte de rapper dit jaar bekend een eigen lijn condooms op de markt te
brengen.

Niet alleen rappers verdienen flink bij met andere artikelen. Zo
bestaat er Mariah Carey wijn, Jessica Simpson hair extensions, een Hillary
Duff telefoon en is acteur Jackie Chan bezig met het opzetten van een eigen
koffieketen.

Het meest populair blijven kleding, horeca en parfum. Ook in Nederland. John
de Wolf was een van de eersten, met zijn collectie blouses. Frank Rijkaard,
Umberto Tan, de broertjes De Boer, Regilio Tuur, Gordon, Jan Smit en Wendy
van Dijk hebben inmiddels ook hun eigen collecties. Ook parfums doen het
goed. Internationale sterren als Kylie Minogue, Sarah Jessica Parker, J-Lo
en de Beckhams hebben hun eigen lijn. In Nederland zijn het onder meer BZN,
Frans Bauer en Jan Smit die geurtjes op de markt hebben gebracht.

En nu dus Tiësto met zijn club/restaurant. Zijn zakenpartner Andy
Smith ging al eerder met Johnny de Mol in zee bij club The Mansion. De Mol
hield het in april voor gezien en ging zich weer met acteren bezig houden.
Ook voor sporters lokt de horeca. Yvonne van Gennip opende na haar
sportcarrière een croissanterie in Haarlem. Patrick Kluivert heeft een
strandtent in Barcelona en Clarence Seedorf zijn eigen restaurant Seedorf in
Milaan.

Volgens merkendeskundige Paul Moers is het openen van Cineac een uiterst
slimme zet van de dj. "Tiësto is een wereldwijd megamerk met een enorm
hoge merkwaarde. Deze club zal die alleen maar verhogen. De sleutel tot
succes van dergelijke uitstapjes zit erin dat er een goede match is tussen
wie je bent en wat je neerzet. Het moet dichtbij blijven, want anders
begrijpen mensen het niet. Dan lopen ze het risico om ongeloofwaardig over
te komen. Voetballers en restaurants zijn te ver gezocht. Bij Tiësto klopt
dit. Zijn merkwaarde kan natuurlijk wel dalen als het restaurant mislukt.
Tiësto is een winnaar, daar past mislukking niet bij."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl