Een samenlevingsovereenkomst wordt door veel mensen als een soort tussenvorm
tussen niks regelen en het huwelijk gezien. Het is meestal een vrij summiere
overeenkomst. Je kunt er afspraken in vastleggen als je samen een huis koopt
bijvoorbeeld. Je sluit de overeenkomst bij de notaris. In principe houdt
iedere partner zijn eigen vermogen en zijn alleen nieuwe gezamenlijke
aankopen of schulden gemeenschappelijk, maar je kunt hier vanaf wijken. Je
hebt hem vaak nodig om aanspraak te kunnen maken op partnerpensioen of
bepaalde secundaire arbeidsvoorwaarden voor partners.
De overeenkomst vervalt in principe als een van de partners ergens
anders gaat wonen. Salomons raadt iedereen echter aan bij het uit elkaar
gaan toch iets op papier te zetten en dit te ondertekenen. Meer dan “wij
zijn uit elkaar” hoeft de verklaring niet te bevatten. Dan is het tenminste
duidelijk. Ook moet je niet vergeten polissen waarin je elkaar als
begunstigde hebt opgenomen te wijzigen.
Kinderen van samenwoners komen automatisch toe aan de moeder. De vader moet
het kind erkennen. Dat kan bij de notaris of bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand. De moeder moet hiervoor toestemming geven. Daarnaast moet
de vader het ouderlijk gezag krijgen. Daarvoor moet hij naar het
kantongerecht. “Veel mensen realiseren zich niet dat dit laatste ook moet.
Dat geeft niet zolang het goed gaat met de relatie, Gaat het fout, dan kan
het gebeuren dat de vader helemaal niks meer over het kind te zeggen heeft,”
aldus Salomons.
Met een samenlevingsovereenkomst ben je nog niet elkaars erfgenaam.
Daarvoor heb je een testament nodig. In het samenlevingscontract kun je wel
een ‘verblijvingsbeding’ opnemen. Dat regelt dat de gemeenschappelijke
bezittingen, bijvoorbeeld het huis, gemeenschappelijke bankrekeningen en
inboedel aan de langst levende toekomen.
Een testament gaat echter verder. Daarin kun je je partner tot erfgenaam
benoemen. Doe je dat niet en overlijdt je partner dan mag je bij wijze van
spreken hopen dat je voor de begrafenis wordt uitgenodigd. Bemoeienis
hiermee heb je officieel niet. In een testament kun je ook vastleggen wat er
moet gebeuren als je vlak na elkaar overlijdt. Doe je dat niet, dan krijgt
de familie van de langstlevende alles. Heb je kinderen en wil je dingen aan
de langstlevende partner nalaten, dan heb je ook een testament nodig.
Voor geregistreerde partners en echtgenoten geldt dat er over de eerste
ruim vijfhonderdduizend euro die aan de ander wordt nagelaten geen
successierechten hoeven te worden betaald. Na vijf jaar samenwonen kom je
hier ook voor in aanmerking. Ben je fiscale partners dan geldt de
vrijstelling al na zes maanden. Dit is dus geen reden om te gaan trouwen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl