- Het Nederlandse depositogarantiestelsel heeft na acht jaar een omvang van 5 miljard euro bereikt en daarmee is de opbouwfase voltooid.
- Volgens de financiële toezichthouder DNB is er nu genoeg geld om spaartegoeden bij bijna alle Nederlandse banken vanuit het fonds te dekken, in geval van een bankroet.
- Nederland haalt op het nippertje de deadline van 3 juli voor het afronden van de opbouwfase, die door de EU is opgelegd.
- Lees ook: Zo is je spaargeld veilig – wat je moet weten over het depositogarantiestelsel dat sparen tot €100.000 dekt
De opbouwfase van het Nederlandse depositogarantiestelsel is na acht jaar voltooid, meldt De Nederlandsche Bank (DNB). Dit vangnet heeft afgelopen kwartaal een omvang van 5 miljard euro bereikt en kan daarmee makkelijk spaarders tot 100.000 euro uitbetalen als hun bank omvalt.
Vanaf nu hoeven de banken, die eraan hebben bijgedragen, alleen nog maar bij te storten om het fonds op dit niveau te houden, zegt de DNB. Volgens de centrale bank is er met de 5 miljard euro die nu in het fonds zit, genoeg geld beschikbaar om bij bijna alle Nederlandse banken de gegarandeerde tegoeden direct vanuit het fonds uit te keren in geval van een bankroet.
Als een van de grootbanken, zoals ABN AMRO of ING, failliet gaat is de pot met geld niet voldoende. Maar dat maakt volgens DNB niet uit, want in dat geval zouden er andere oplossingsmogelijkheden zijn om de kritische functies van de bank te beschermen. Dan hoeft het fonds dus niet te worden gebruikt.
Depositogarantie voor spaarders heeft nu echte pot met geld klaar staan voor compensatie spaarders
Nederland kent al sinds de jaren zeventig een depositogarantiestelsel. In het verleden was dit alleen anders geregeld. Toen was er geen fonds met miljarden erin, maar stonden de banken gezamenlijk garant via een zogeheten omslagstelsel. Toen in 2009 de DSB Bank omviel, werden de andere banken middels dit stelsel achteraf opgezadeld met fikse kostenposten.
Later zijn er in de politiek stemmen opgegaan om voortaan een fonds te hebben waarin al veel geld beschikbaar is om gedupeerde spaarders snel uit te keren. Dit ook om spaarders gerust te stellen, en in geval van twijfels over een bepaalde bank een mogelijke bankrun te voorkomen.
Over het depositogarantiestelsel zijn ook Europese afspraken gemaakt. De Europese regels bepaalden dat Nederland vóór of op 3 juli dit jaar een fonds moest hebben van de huidige omvang. In andere Europese landen zijn de vergelijkbare fondsen inmiddels ook op het juiste niveau aangevuld.
Volgens DNB zou Europa eigenlijk verder moeten gaan door een Europees depositogarantiestelsel op te zetten. Wanneer de verschillende nationale fondsen zouden worden gebundeld kan dat nog meer zekerheid bieden, is het idee.
Maar zover is het nog niet. Een Europees garantiestelsel ligt politiek gevoelig, aangezien bijvoorbeeld Nederlandse of Duitse banken dan moeten meebetalen als er in een land als Malta een bank omvalt.