Nederland is een deeltijdland, maar dat geldt niet voor ICT’ers. In 2017 werkte bijna 80 procent van hen voltijd, dus 35 uur per week of meer.
Dat blijkt uit een rapport van het UWV. Er wordt in de ICT veel vaker voltijd gewerkt dan gemiddeld: landelijk werkt 51 procent van de werknemers voltijd.
Het hoge aantal ICT’ers dat voltijd werkt, heeft te maken met het lage aandeel vrouwen met een ICT-baan. Vrouwen hebben vaker een deeltijdbaan dan mannen, zoals de figuur hieronder laat zien.
(Klik voor uitvergroting)
Het is maar goed dat voltijdbanen niet door meerdere ICT’ers opgevuld moeten worden, want er is een schrijnend tekort aan deze werknemers. Werkgevers vinden het steeds moeilijker om geschikt ICT-personeel te vinden. Vaak zijn er wel genoeg mensen die werk in computertechnologie zoeken, maar hun opleiding sluit niet aan bij de eisen van ondernemers.
De krapte is de afgelopen drie jaar toegenomen. Vorig jaar was de helft van de ruim 53.000 ICT-vacatures moeilijk te vervullen, maakt het UWV op uit een peiling bij personeelsafdelingen. In 2016 was het voor iets meer dan een derde van de vacatures moeilijk een geschikte kandidaat te vinden. Het jaar daarvoor gold dat voor 30 procent.
Hieronder is te zien waar in Nederland het tekort het meest nijpend is.
(Klik voor uitvergroting)
Het probleem speelt in alle sectoren, omdat de meeste bedrijven in zekere mate afhankelijk zijn van computers. Een personeelstekort kan werken als rem op groei, iets wat veel IT-bedrijven voelen. Een ander gevaar schuilt in het toenemend aantal cyberaanvallen, die organisaties met te weinig mankracht en kennis in huis kwetsbaar maken.
De wervingsproblemen doen zich vooral voor bij banen op HBO-niveau. Die zijn goed voor 80 procent van alle vacatures waar amper geschikte sollicitanten op afkomen. Dat is een groot verschil met MBO-functies, waar maar 5 procent van de vacatures langdurig openstaat.
Er is volgens het UWV ook goed nieuws. De laatste jaren behalen meer mensen een bachelor- of masterdiploma in informatica. Maar volgens de instantie is die nieuwe aanwas onvoldoende om het tekort op te vullen.