De inflatie in de eurozone is in augustus wat sterker gestegen dan verwacht. Maar een radicale verandering van het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), waarbij de rente kan stijgen, voorzien economen nog niet.
De inflatie in de eurozone is in augustus opgelopen tot 1,5 procent op jaarbasis, van 1,3 procent in juli. Dat meldde het Europees statistiekbureau Eurostat op basis van een voorlopige schatting.
De gemiddelde prijsstijging in het eurogebied is hierdoor wat meer in de buurt geraakt van het niveau waar de ECB met zijn monetaire beleid op aanstuurt. Doel is de inflatie net iets onder de 2 procent te krijgen. Economen rekenden voor augustus van tevoren gemiddeld op een inflatie van 1,4 procent.
Echter, als je kijkt naar de zogenoemde kerninflatie, waarbij sterk schommelende prijzen van zaken als energie en voeding buiten beschouwing wordt gelaten, dan bleef die in augustus wel gelijk aan het niveau van juli, op 1,3 procent.
Het beeld is hierdoor gemengd. De economie van de eurozone draait beter en de inflatie lijkt richting het gewenste niveau van ongeveer 2 procent te bewegen. Dat zou reden kunnen zijn voor de ECB om het goedkoopgeldbeleid af te bouwen. Dat laatste zou betekenen dat marktrentes weer wat kunnen stijgen.
Tegen dit scenario pleit echter dat bijvoorbeeld de huidige, matige ontwikkeling van olieprijzen - die rond de 50 dollar per vat bewegen - de komende maanden een drukkend effect heeft op de inflatie in de eurozone.
Bovendien is de euro gestegen naar een tweejaars hoogtepunt van ongeveer 1,20 dollar per euro. Dat maakt dollarimporten voor Europeanen goedkoper, en heeft zodoende ook een matigend effect op prijsstijgingen.
Renteverhoging ECB: op z'n vroegst eind 2018
Volgens econoom Peter Vanden Houte van ING geven de cijfers dan ook aanleiding voor een tweestrijd binnen de ECB. Tegenstanders van het ruime monetaire beleid dat nu wordt gevoerd (lees: Duitsland en Nederland) zullen aanvoeren dat de inflatiecijfers aanleiding geven om een begin te maken met het dichtdraaien van de geldkraan.
Anderen binnen het ECB-bestuur zullen daarentegen wijzen op de sterke euro. Die dempt de inflatie en maakt bovendien Europese exporten naar dollarlanden duurder. Dat zou reden kunnen zijn om de economie te blijven steunen met goedkoop geld.
Per saldo denkt econoom Vanden Houte van ING dat de centrale bank in oktober een zeer voorzichtige hint zal geven dat het ruime monetaire beleid wordt gematigd. Het opkopen van obligatieleningen door de ECB zou daarmee nog tot ver in 2018 kunnen doorgaan. "Een eerste renteverhoging valt niet te verwachten voor het eind van 2018."