Huizen in de eurozone zijn wederom duurder geworden. De gemiddelde prijs van een koopwoning in de eurolanden lag in het eerste kwartaal van dit jaar 4,5 procent hoger dan een jaar eerder, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat. Vergeleken met het kwartaal ervoor, het laatste van 2017, stegen de prijzen gemiddeld met 0,6 procent.
In de gehele Europese Unie stegen de huizenprijzen gemiddeld met 4,7 procent op jaarbasis en met 0,7 procent sinds het laatste kwartaal van 2017. De onderlinge verschillen zijn echter groot. De sterkste prijsstijgingen op jaarbasis zijn te zien in Letland (13,7 procent), Slovenië (13,4 procent) en Ierland (12,3 procent). In eurolanden Italië (-0,4 procent) en Finland (-0,1 procent) daalden de huizenprijzen juist. Buiten de eurozone is ook in Zweden (-0,4 procent) een daling in de huizenprijzen te zien.
Op kwartaalbasis ziet het plaatje er in de EU iets anders uit, met de sterkste stijgingen in Letland (7,5 procent), Hongarije (4,4 procent) en Slovenië (4,4 procent) en dalingen in Malta (-4,7 procent), Cyprus (-1,8 procent) en Zweden (-0,8 procent).
Nederlandse woningen waren volgens Eurostat gemiddeld 9,3 procent duurder dan een jaar eerder en 2,8 procent duurder dan het kwartaal ervoor.