"Mijn taxatie is dat Scheringa wel wilde, maar niet kon. Hij kon zijn
dure hobby’s, het voetbal, de kunst, het schaatsen, niet loslaten. De bank
moest daarom veel winst blijven maken en de consequentie daarvan was dat
Scheringa geen afscheid kon nemen van zaken die kwestieus waren”, aldus De
Grave.

"Half maart kwam alle rampspoed bij elkaar: de financiële crisis, de
economische crisis, de herwaardering van de financiële positie van DSB, het
aandraaien van de duimschroeven door de Autoriteit Financiële Markten. En
een CEO die tegelijk eigenaar was en geld nodig had, veel geld”, vatte De
Grave de ondergang van de bank samen.

Na twee weken weer weg
De voormalig minister trad in maart van dit jaar in dienst bij de bank uit
Wognum. Na een conflict met Scheringa kwam er al na acht weken een einde aan
zijn dienstverband.

Geen waarschuwing van Zalm
In het interview zegt hij niet te zijn gewaarschuwd voor de situatie bij DSB
Bank door zijn voorganger Gerrit Zalm. "Gerrit heeft niet tegen mij gezegd:
Frank, doe het niet want het is drijfzand.”

Het functioneren van Zalm bij DSB wordt momenteel onderzocht. Belangrijkste
vraag daarbij is of hij heeft meegewerkt aan de verkoop van ondeugdelijke
financiële producten. "Voor zover ik kan overzien heeft Gerrit niets fout
gedaan”, zegt De Grave daarover. "Je kunt zeggen dat hij geweten moet
hebben van de misstanden. Ik stel daar tegenover dat hij mij integer heeft
geadviseerd. De rest is speculatie.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl