Na het gedoe over het onderhoud van De Groene Draeck staat er weer een koninklijk vervoersmiddel in de schijnwerpers. De Gouden Koets krijgt een opknapbeurt, maar premier Mark Rutte wil niet zeggen hoeveel dat gaat kosten. Ook al draait de belastingbetaler ervoor op.

D66-leider Alexander Pechtold lag september vorig jaar met premier Rutte in de clinch over de onderhoudskosten van De Groene Draeck, de boot die prinses Beatrix in 1957 cadeau kreeg van het Nederlandse volk voor haar achttiende verjaardag.

Het onderhoud van koninklijke lemsteraak bleek veel duurder dan voorzien. De afgelopen vijf jaar ging het in totaal om 223.000 euro meer dan oorspronkelijk begroot. Voor de komende jaren bedragen de onderhoudskosten 95.000 euro per jaar, tegen 51.000 euro in 2015.

Absurd, volgens Pechtold, die bij de Algemene Beschouwingen opmerkte dat een hagelnieuwe lemsteraak drie tot vier ton zou kosten. Rutte wilde van geen wijken weten. Volgens hem gaat het om een bijzondere boot met een hoog representatief karakter en ouderdom. Daardoor is “zeer nauwkeurig en intensief onderhoud” nodig.

Onderhoud Gouden Koets

Amper een half jaar later kruisen Pechtold en Rutte opnieuw de degens over een vervoersmiddel van de koninklijke familie. Dit keer gaat het om de Gouden Koets, het geschenk dat Wilhelmia van de Amsterdamse burgerij ontving bij haar inhuldiging in 1898.

Het rijtuig krijgt voor het eerst een grote onderhoudsbeurt. De Gouden Koets wordt uit elkaar gehaald en de komende jaren op verschillende plaatsen gerestaureerd. Onder meer worden de draagriemen vervangen, de houten wielen goed aangesloten op de spaken en wordt het textiel vervangen.

Kosten geheim

Reden voor Pechtold om aan premier Rutte te vragen wat de belastingbetaler precies kwijt is aan het onderhoud van de koets. De D66-voorman vreest dat de kosten, net als bij De Groene Draeck, oplopen, totdat het bedrag niet meer in verhouding staat tot de waarde van het gouden rijtuig.

Maar Rutte houdt de kaken stijf op elkaar, bleek dinsdag in de Tweede Kamer. Hij wil het prijskaartje van de restauratie niet bekendmaken. Volgens de premier vallen de kosten binnen het budget van koning Willem-Alexander, en die heeft de vrijheid om te bepalen hoe dat geld wordt besteed. Openbaarmaking van de kosten zou niet sporen met artikel 41 van de Grondwet, aldus Rutte.

Pechtold laat het daar niet bij zitten. Hij gaat aanvullende vragen stellen aan de premier. "De aanhouder wint", aldus de D66-leider. Ook de SP dient nieuwe Kamervragen in over de Gouden Koets.

Ministeriële verantwoordelijkheid

Heeft Rutte gelijk dat hij de kosten van de langjarige opknapbeurt niet openbaar maakt? Nee, zeggen twee staatsrechtgeleerden tegenover het AD.

"Het klopt dat de koning bevoegd is om zelf te bepalen dat hij de koets wil opknappen. Maar vervolgens is de premier wél verantwoordelijk voor het handelen van het staatshoofd: de ministeriële verantwoordelijkheid. Rutte moet dus uitleg geven als de Kamer daar om vraagt", zegt de Leidse staatsrechtgeleerde Wim Voermans.

De Nijmeegse hoogleraar Paul Bovend’Eert sluit zich daarbij aan. "Het gaat om kosten van de rijksbegroting, dat raakt aan het openbaar belang. Bovendien: we krijgen ook inzicht in het opknappen van paleizen, dus waarom dan niet in de restauratie van de koets?"

Kleine uitgave, veel aandacht

Overigens zegt een anonieme bron tegenover Quote dat de opknapbeurt 3 miljoen euro gaat kosten. Toch een aanzienlijk bedrag, als je weet dat het koningshuis voor in totaal 40,6 miljoen euro in de boeken staat. Misschien is dat de reden dat Rutte niet zo happig is om exacte bedragen te noemen.

Maar om de kosten van het koningshuis in perspectief te plaatsen: die 40 miljoen is niks in vergelijking met andere uitgaven van de overheid. Zo wordt er dit jaar 73 miljard euro besteed aan zorg, 78 miljard euro aan sociale zekerheid en 33 miljard euro aan onderwijs, cultuur en wetenschap.

Bovendien kan het koningshuis zichzelf terugverdienen door op buitenlandse handelsmissies deuren te openen die anders gesloten blijven. Professor macro-economie Harry van Dalen van de universiteit van Tilburg becijferde een aantal jaar geleden dat een monarchie de economie stimuleert met jaarlijks 1 procent groei. Het koningshuis levert volgens hem de Nederlandse economie jaarlijks 4 tot 5 miljard euro op.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl