Stel je de volgende economie voor. De economische groei bedraagt bijna vier
procent. Dat is het hoogste peil in anderhalf jaar. De bedrijven maken
gezamenlijk 1,6 biljoen dollar winst, een absoluut record. De inwoners van
dit land consumeren er onbekommerd op los en sparen nauwelijks. De
werkloosheid is laag. Op de beurzen zitten de meeste koersen dicht tegen
recordwaardes aan.
Tegelijkertijd is de inflatie hoger dan wat de centrale bank als
‘comfortabel’ beschouwt. En dat zal niet snel veranderen. Integendeel. De
olieprijs breekt records en voedselprijzen zijn in een jaar tijd enorm
gestegen. Bovendien is wisselkoers van de munt van het land fors gedaald,
waardoor importproducten duur zijn geworden.
Wat moet de centrale bank van dit land doen? De rente verlagen? Nee natuurlijk
niet. Dat zou olie op het vuur zijn. Goedkoop geld wakkert de inflatie
alleen maar aan, zet de wisselkoers verder onder druk en ontmoedigt sparen
nog meer. De economie groeit gezond dus er is ook helemaal geen reden om de
rente te verlagen.
Toch is dat wat de tienkoppige Federal Open Market Committee (FOMC) van
het Amerikaanse stelsel van centrale banken woensdagavond besloot te doen.
De rente ging met een kwart procent omlaag naar 4,5 procent. Omdat… tja,
waarom eigenlijk?
De FOMC lijkt het zelf ook niet te weten. In de persverklaring geeft het
comité toe dat de economie sterk is, de kredietcrisis is afgenomen en dat de
inflatie zal oplopen. Dat de rente toch omlaag moet is om de “mogelijke
economische gevolgen van de onrust op de financiële markten te helpen
voorkomen”.
De Fed accepteert dus hogere inflatie in ruil voor een wat kleiner kans op
lagere groei door een financiële crisis die lijkt mee te vallen. Een
bijzonder slappe redenering voor een instelling die beweert
inflatiebestrijding minstens zo belangrijk te vinden als bewaken van
economische groei.
De echte reden voor de renteverlaging is dan ook niet in de verklaring
van voorzitter Bernanke en zijn negen medebestuurders te vinden.
De reden heeft weinig te maken met inflatie of groei, en alles met de
verwachtingen van Wall Street. Banken en beleggers hadden de renteverlaging
al ingeprijsd in aandelenkoersen, geldmarktrentes en obligatieprijzen.
Vooruitlopend op de renteverlaging was op de financiële markten de
champagnefles alvast ontkurkt.
Wall Street gaat niet zo goed om met teleurstelling, dus het uitblijven van de
renteverlaging zou hebben geleid tot een forse correctie. En iedereen die
verkeerd had gegokt zou de schuld geven aan Ben Bernanke en zijn FOMC. Je
hoeft maar op ‘Jim Cramer’ en ‘Bernanke’ te googlen om te zien hoe ongeremd
en onredelijk de woede van een grote belegger kan zijn.
Een echte vent laat zich natuurlijk niet chanteren door Wall Street,
maar beslist zelf. Helaas zit er daar maar één van in het beleidscomité van
de Fed. Thomas Hoenig, president van de Federal Reserve van Kansas City
stemde als enige lid tegen de renteverlaging. De andere negen - Bernanke
incluis - schikten zich als makke schapen naar de wensen van Wall Street.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl