194 miljoen aan EU-subsidies voor zeehavens is uitgegeven aan losplaatsen op plekken waar al losplaatsen waren, en andere ondoeltreffende bestemmingen. Het gaat om een derde van het totale investeringsbudget. Op z’n minst.
Veel investeringen tussen 2000 en 2013 in zeevervoer binnen de Europese Unie, zoals kades, dokken en golfbrekers, “zijn ondoeltreffend en niet duurzaam”, concludeert de Europese Rekenkamer in een vrijdag gepubliceerd rapport. De subsidies en leningen in die periode bedroegen 17 miljard. Daarvan is 400 miljoen aan investeringen onderzocht in 19 Europese havens in Duitsland, Polen, Italië, Spanje en Zweden. “Er bestaat een hoog risico op verspilling van de geïnvesteerde middelen,” aldus Oskar Herics, de verantwoordelijke bij de Rekenkamer.
2 miljard voor lege havens
Een derde van investeringen ging naar de volgende inefficiënte bestemmingen:
– voorzieningen (kades, losplaatsen) op plekken waar vlakbij al soortgelijke voorzieningen aanwezig zijn.
– investeringen in havens waar geen weg of spoorrails naar het achterland loopt.
– investeringen in infrastructuur die enkele jaren na de bouw niet tot nauwelijks worden gebruikt; havens zijn leeg of nagenoeg leeg.
– veel projecten kampen met vertraging (tot 136%) en kostenoverschrijding (139 miljoen euro).
Er is vooraf niet goed onderzocht of een investering zin heeft. Noch de EU noch de lidstaten hebben een strategisch overzicht van de havens en doeleinden die investering nodig hadden. Het advies van de Rekenkamer is om een Europa-breed havenontwikkelingsplan op te zetten.
Jade Weser Port (Duitsland)
Taranto (Italië)
Bron: Europese Rekenkamer.
Ongebruikte overslagcapaciteit in de haven van Taranto (Italië). Tussen 2000 en 2006 is 38 miljoen in deze containerterminal geïnvesteerd. De terminal wordt momenteel niet gebruikt. Klanten vertrokken naar een andere haven. Ook de overheid liet steken vallen: die beloofde het terrein uit te baggeren, maar dat is niet gebeurd.