Toen de Britse premier Theresa May afgelopen januari haar Brexit-toespraak gaf, deed ze dat op dezelfde plek waar Margaret Thatcher haar steun uitsprak voor de Europese interne markt, in 1988.
Thatcher was een van de belangrijkste architecten van de huidige EU, maar May zal herinnerd worden als de Britse premier die het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie overzag.
Het besluit van de Britten om vóór een vertrek uit de EU te kiezen in het referendum in juni, wordt gezien als de grootste politieke gebeurtenis van het land sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Na bijna vijftig jaar besluiten de Britten om de familie van Europese naties te verlaten. Een gigantische klap voor de EU.
Vorige week vertelde May haar regering dat de Artikel 50-brief, die op woensdag 29 maart zal worden verstuurd, een van de “belangrijkste documenten in de recente geschiedenis van onze regering” zal zijn.
In de brief zullen de Britten de EU officieel op de hoogte stellen van het vertrek uit de Europese Unie, en wordt het twee jaar durende onderhandelingsproces in werking gezet. Hiermee worden de fundamenten gelegd voor een nieuw hoofdstuk in de Britse geschiedenis – als een Europees land buiten de EU.
Wat is Artikel 50?
Vóór 2009 was er geen duidelijke manier om uit de Europese Unie te vertrekken. In het Verdrag van Lissabon werd echter ook Artikel 50 opgenomen, dat daar wel in voorziet.
In de tekst wordt omschreven dat elk land dat wil vertrekken uit de EU dat moet doen via de eigen "grondwettelijke regelingen", en dat alle EU-verdragen exact twee jaar na de officiële kennisgeving komen te vervallen.
May zal Artikel 50 op woensdag officieel in werking laten gaan. De EU zal vervolgens binnen 48 uur reageren. Wanneer de EU de melding heeft erkend, zal het tweejarige proces officieel in werking worden gesteld. Gedurende die twee jaar zullen de Europese en Britse onderhandelaars tot een 'scheidingsovereenkomst' proberen te komen waar beide partijen mee kunnen leven.
Hoe zijn we hier beland?
In de aanloop naar de Britse verkiezingen in 2015, belooft premier David Cameron een landelijk referendum over het Britse EU-lidmaatschap - mits hij voor een tweede termijn werd herkozen.
In 2016 voegt Cameron inderdaad de daad bij het woord, en kondigt hij aan dat het referendum op 23 juni 2016 zal plaatsvinden. De campagne die volgt is lang, zwaar en soms controversieel.
Cameron en de meeste Britse politici pleiten in de campagne voor 'Remain'. Aan het hoofd van de 'Leave'-campagne staat Boris Johnson (nu minister van Buitenlandse Zaken) en Nigel Farage, destijds leider van de UK Independence Party.
Net als bij Donald Trumps overwinning in de Amerikaanse verkiezingen, weten de meeste peilingen en commentatoren de uitslag van het referendum niet goed te voorspellen. Uiteindelijk stemt 52 procent van de Britten vóór het vertrek uit de EU, 48 procent stemt tegen.
De uitslag zorgt voor een politieke schok. Cameron treedt terug als premier en wordt opgevolgd door Theresa May. Leden van de Britse Labour Party proberen hun leider Jeremy Corbyn af te zetten, maar slagen daar niet in. De Britse politiek trilt op zijn grondvesten.
May uit zich sinds haar aantreden erg voorzichtig over de Brexit. Lange tijd wil ze weinig kwijt over de standpunten van de regering over het vertrek uit de EU, of wat ze precies wil bereiken in haar onderhandelingen.
Inmiddels weten we dat het Verenigd Koninkrijk in 2019 uit de EU zal vertrekken en zich zeer waarschijnlijk ook zal terugtrekken uit de interne markt en het Europese Hof van Justitie.
De Europese interne markt is een enorme handelsruimte waarin alle EU-lidstaten vrij met elkaar kunnen handelen zonder quota, invoertarieven of belastingen. Lidmaatschap van de interne markt betekent echter ook dat zij hun grenzen moeten openen voor het vrije verkeer van personen. Met name dit zorgt voor grote zorgen onder de Britten.
Het Europese Hof van Justitie is de hoogste rechtbank van de EU en zorgt ervoor dat alle lidstaten zich houden aan de Europese wetgeving. Door te breken met het Europees Hof zal het Verenigd Koninkrijk dus niet meer onder de Europese wetgeving vallen. Het Britse parlement, zo beargumenteren Brexit-voorstanders, zal zo volledig soeverein zijn.
Het referendum was 10 maanden geleden - waarom duurt dit zo lang?
May staat niet bekend als een liefhebber van risico's. Men kent haar vooral als een enorm strategische en voorzichtige politicus, die duidelijk heeft gemaakt dat ze haar tijd zal nemen en niet van plan is om haast te maken bij het in werking stellen van Artikel 50, hoewel onder meer Nigel Farage en Labour-leider Corbyn daar wel voor pleitten.
De Britten hebben bovendien de nodige tijd gehad om zich voor te bereiden op de onderhandelingen; een gigantische diplomatieke opdracht die de bekwaamheid van honderden experts behoeft. De Britse overheid is de afgelopen maanden vooral bezig geweest met het samenstellen van het onderhandelingsteam.
Wat is er sindsdien gebeurd?
De Britten blijven verdeeld over de kwestie.
Uit meerdere peilingen blijkt dat er nog steeds een nipte meerderheid is vóór de Brexit, ondanks waarschuwingen voor een 'economische apocalyps' en politieke onrust. Volgens een enquête van YouGov, eind januari, vindt 46 procent van de Britten dat de Brexit een goed besluit is, 42 procent vindt dat het een slecht besluit is.
Ook de Britse politieke partijen zijn verdeeld. Er woedt een interne oorlog binnen de Britse Labour Party over Corbyns keuze om vóór Artikel 50 te stemmen in het parlement.
Tegelijkertijd is ook de conservatieve partij van May verdeeld, tussen de hardliners die een snelle, harde Brexit willen, en de meer gematigden die het referendum wel willen respecteren, maar zich zorgen maken over het verlaten van de interne markt.
De Brexit zorgt ook voor nieuwe vragen over de positie van de Britten in de wereldpolitiek.
Britse politici keken wat ongemakkelijk toe toen May hand in hand het Witte Huis uitkwam met Donald Trump, wiens inreisverbod en controversiële opmerkingen voor grote protestacties in Londen zorgde.
De VS is één van de niet-EU-landen waarmee May hoopt zaken te doen na de Brexit. Of Trump daar met zijn America First-beleid net zo over denkt, valt nog maar te bezien.
Oké, en nu?
Hoewel deze week het twee jaar lange proces in werking zal worden gezet, zullen de gesprekken tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk pas eind mei van start gaan. De resterende lidstaten hebben duidelijk gemaakt dat ze eerst tijd nodig hebben om zich voor te bereiden.
Gedurende die twee jaar zal er worden gewerkt aan een scheidingsovereenkomst waar alle partijen mee kunnen leven.
Een van de belangrijkste punten is hoeveel de Britten moeten betalen aan de EU, voordat het land vertrekt. De EU wil dat het Verenigd Koninkrijk 58 miljard euro overmaken bij hun vertrek, de Britten zullen uiteraard proberen om dat bedrag omlaag te krijgen.
Een andere zaak is een eventueel transitieplan, om het gat te dichten dat zal ontstaan wanneer de Britten uit de EU stappen. De meeste experts verwachten dat de onderhandelingen voor een nieuwe handelsdeal tussen de Britten en de EU zo'n vijf jaar zullen duren. In de tussentijd is er dus een tijdelijk handelsverdrag nodig.
Voor de Europese Unie zullen de komende jaren net zo cruciaal zijn. EU-parlementariër Guy Verhofstadt zei eerder al tegen Business Insider dat de Brexit een kans is voor de EU om een hechtere familie van naties te worden, maar die ambitie wordt bedreigd door populistische, eurosceptische bewegingen in meerdere lidstaten.
Het feit dat de VVD in Nederland een aardige overwinning heeft geboekt op Geert Wilders wordt gezien als een flinke opsteker voor de EU, maar tegelijkertijd won de PVV ook 5 zetels tijdens de verkiezingen. Om te zeggen dat het eurosceptisch geluid in Nederland is tegengehouden, zou overdreven zijn.
Daarnaast zullen we ook nog verkiezingen in Frankrijk volgen, waar kandidaat Marine le Pen - een politieke vriendin van Wilders - het erg goed doet in de peilingen. Als zij de verkiezingen van Frankrijk wint, belooft ze een zelfde soort referendum als de Britten eerder al hielden.
Uit EU-brede peilingen blijkt overigens wel dat de steun voor de EU redelijk hoog blijft in de resterende 27 EU-lidstaten, ondanks de opkomst van populistische partijen. Alleen in Griekenland ligt dat anders.
Wat zijn de gevolgen?
Het grootste risico in dit alles is onzekerheid.
Ondanks de beste inspanningen van politici, experts en journalisten om te voorspellen hoe het politieke landschap zal veranderen, weet niemand echt wat er zal gebeuren - zowel vanuit Brits perspectief, als vanuit EU-perspectief.
Theresa May zou over twee jaar wel eens met iets heel anders thuis kunnen komen, dan wat ze eigenlijk wil. En datzelfde geldt voor de resterende lidstaten. Tegelijkertijd is het ook prima mogelijk dat de partijen erin slagen een deal te vinden waar iedereen zich enigszins in kan vinden.
Maar die grote onzekerheid brengt zijn eigen problemen met zich mee.
EU-burgers die in het Verenigd Koninkrijk wonen zullen zich zorgen maken over hun toekomst, totdat hun recht om te blijven is gegarandeerd. Britse bedrijven zullen zenuwachtig afwachten welk effect de Brexit heeft op hun handelsmogelijkheden met de Europese Unie. Het Britse volk zal hopen dat de economie stevig genoeg is om niet in weer een recessie te belanden.
Als het populisme in Europa prominent aanwezig blijft, dan kunnen nieuwe referenda in andere lidstaten niet worden uitgesloten. Zeker niet als zaken als immigratie en werkloosheid steeds hoger op de agenda komen te staan.