De Britse premier Theresa May vroeg deze week aan haar minister van Defensie om de rol van Groot-Brittannië als militaire grootmacht te verantwoorden. En daarmee veroorzaakte ze ontsteltenis op het ministerie.
De vraag is een impliciete erkenning dat de Britten economisch gezien niet meer kunnen concurreren met de militaire supermachten, zeggen militaire experts tegen Business Insider.
“Het zegt iets over onze economische status. Het zijn zware tijden”, zegt defensie-analist Tim Ripley. “Het draait allemaal om geld. Als je geen geld hebt, kan je het ook niet uitgeven.”
Premier May vroeg minister Gavin Williamson van Defensie of het budget voor het leger niet beter besteed kan worden aan andere zaken zoals cyberoorlogen. Ook vroeg ze of het echt nodig is om een marine, een leger, een luchtmacht én nucleaire wapenarsenaal in stand te houden.
Ripley noemt dat het terugkomen op “grootse ambities”.
"Het maakt niet uit hoe je dit aankleedt, dit nieuwe cybergedoe is niets anders dan een excuus om minder te investeren in de harde militaire macht", zegt Ripley. "Als je niet genoeg besteedt aan harde militaire macht krijg je ook geen plek aan de belangrijkste onderhandelingstafels. Het maakt niet uit hoe goed je cyberafdeling is, mensen tellen schepen, tanks en vliegtuigen. "
Er is een sterke samenhang tussen militaire macht en economische status. De grote wereldmachten als de VS, China en Rusland demonstreren allemaal hun sterkte via hun strijdkrachten en landen die minder geld hebben voor defensie werken vaak samen met anderen.
Dr. Jan Honig, lector oorlogsstudies aan King's College London, zegt dat internationale defensiesamenwerking in het gedrang komt in tijden van nationalisme en noemt het "uiterst ironisch" dat de Brexit kan betekenen dat de Britten hun leger niet langer kunnen financieren.
"Je kan het niet allemaal alleen doen, zelfs niet als je veel meer gaat uitgeven aan defensie. En dat gaat toch al niet gebeuren in dit land met zijn armzalige economische groei en de onzekerheid over nieuwe internationale handelsverdragen", zegt Honig.
De uitspraken van premier die het eerst werden opgetekend door The Financial Times moeten ook gezien worden in de context van haar recente pleidooi om miljarden extra te besteden aan de National Health Service (NHS) en het debat over waar dat geld vandaan moet komen.
Regeringen moeten zich ervan verzekeren dat hun beleid de steun heeft van het volk en geld voor het leger is moeilijker te verkopen dan geld besteden aan de NHS en sociale voorzieningen, aangezien die direct merkbare problemen oplossen, stelt Honig. Bovendien krijgen mensen steeds meer afkeer van de gruwelen van oorlogen.
Voorzitter Julian Lewis van het parlementaire defensiecomité zegt tegen Business Insider dat hij zich zorgen begint te maken of May na haar NHS-pleidooi wel in staat zal zijn genoeg budget vrij te maken voor het leger.
"Ik ben niet overtuigd door jargon als 'militaire grootmacht'... ik maak me veel meer zorgen over de vraag of Theresa May in staat is Defensie het geld te geven dat het nodig heeft", zegt hij.
De opmerkingen van May zullen volgens Ripley niet direct leiden tot bezuinigingen op het leger, maar zijn wel een duidelijk signaal van de richting die ze in wil slaan.