De Britse groeicijfers voor het nationaal inkomen (bruto binnenlands product) suggereren dat de economie een boost kreeg, nadat de Britten in juni vorig jaar vóór de Brexit hadden gestemd. Maar die groei ontstond doordat Britten meer geld leenden. Lonen stegen niet. Een post-Brexit crash is daarom een reële optie.
Afgelopen week werden de opgeklopte economische groeicijfers uit het vierde kwartaal van 2016 met veel tam-tam onthaald door de Brexiteers in het Verenigd Koninkrijk.
De sterke economische groei van 0,7 procent voor het kwartaal toonde aan dat de angst voor een acute instorting na het referendum zwaar overdreven was. In 2016 zetten de zwakke peilingen onder inkoopmanagers economen op het verkeerde been. De doemscenario`s die ze voor de tweede helft van 2016 voorspelden kwamen niet uit. Sindsdien kraaien de Brexiteers victorie en steken ze de loftrompet over zoveel robuustheid van hun vaderlandse economie.
Maar het Brexitravijn is niet verdwenen. In werkelijkheid staan de Britten op de rand ervan en turen ze in de diepte.
Analist Samuel Tombs van Pantheon economics schreef het in een recente analyse: “De onevenwichtige samenstelling van de economische groei toont aan dat er problemen op komst zijn.”
Groei gedreven door schulden
Het probleem is dat de recente groei van het nationaal inkomen voort lijkt te vloeien uit consumentenbestedingen op basis van geleend geld. De loongroei zakte in het laatste kwartaal van 2016 sterk in, zoals onderstaand staatje van Pantheon toont. Maar consumenten bleven geld uitgeven en spaartegoeden aanspreken.
Dit is allesbehalve houdbaar, denkt analist Tombs. Zijn these is dat de Britse consument versneld grote aankopen heeft gedaan uit angst dat prijzen in 2017 fors stijgen. De inflatieverwachtingen zijn in het laatste kwartaal van 2016 fors toegenomen. Consumentenbestedingen zullen in 2017 naar verwachting maar zeer bescheiden stijgen.
Detailhandelsverkopen kelderen
Tombs wordt bijzonder onrustig van ondersterstaande cijfers die een plotse daling van de detailshandelsverkopen laten zien:
De analist verwacht dat de Britse economische groei zal vertragen naar het laagste niveau sinds 2009. De boosdoener is de inflatie: na het Brexit-referendum van juni 2016 zakte het Britse pond weg, toen investeerders massaal geld terugtrokken uit een land dat zich willens en wetens losmaakt van de op twee na grootste vrijemarkteconomie op de planeet.
Aanvankelijk was de daling van het Britse pond goed nieuws voor de Britse economie: de export was opeens goedkoper en de economie profiteerde daarvan. De langetermijnvooruitzichten zijn echter beduidend minder rooskleurig.
Inflatie zal de Britten verarmen
Opeens ontdekken de Britse consumenten dat ze minder kunnen kopen voor een pond en dat hun koopkracht achteruit is gegaan. En dat ze dus armer zijn geworden. De grafiek van IHS Markit spreekt boekdelen:
Kortom, onlangs gebeurden er verschillende griezelige dingen. Lonen stegen niet meer, consumenten bleven spenderen en staken zich verder in de schulden. Dat deden ze omdat ze - geheel correct - vermoedden dat alles in de toekomst duurder zou worden. Een slecht voorteken voor de economische groei in 2017.
Vertaal dit naar de reële economie en je zult zien dat de economische groei averij oploopt. Met andere woorden, de plotse duikvlucht van de economie die economen na het referendum voorspelden staat alsnog voor de deur. Hij komt alleen met een beetje vertraging.