Met een echt begin van de Brexit worden ook de eerste gevolgen duidelijker. Inwoners van het Verenigd Koninkrijk blijken minder uit te geven aan kleding en huishoudelijke zaken, omdat voedsel duurder wordt.
Volgens detailhandelsclub BRC (British Retail Consortium) daalden de totale detailhandelsverkopen 1 procent in maart, vergeleken met dezelfde maand vorig jaar. Het is de eerste daling sinds augustus.
Over een periode van drie maanden genomen bedraagt de daling van de non-food verkopen 0,8 procent – de sterkste afname in zes jaar tijd. Tegelijkertijd namen de uitgaven aan voedsel 1,2 procent toe. KPMG-analist Paul Martin zegt daarover: “De omzet uit voedsel bleef stabiel voor het hele kwartaal, maar dat is grotendeels te danken aan hogere prijzen. Dus dat is geen reden voor feest.”
Directeur Helen Dickinson van detailhandelsvereniging BRC ziet dat consumenten hun uitgaven concentreren op essentiële artikelen. “Deze beperkte groei van de omzetten bij de voedselverkoop is gerelateerd aan iets hogere prijzen in de supermarkt, als gevolg van wereldwijd stijgende voedselprijzen. Dat het pond is verzwakt, speelt ook een rol.”
Import duurder
Het Britse pond zakte na het Brexit-referendum in juni vorig jaar fors ten opzichte van de dollar en euro. Dit heeft geïmporteerde goederen duurder gemaakt in het Verenigd Koninkrijk, van fruit tot kleding. Consumenten die zich bepaald uitgaven niet kunnen veroorloven, kiezen er daarom voor om minder kleren te kopen en juist vooral eten in te slaan.
"De druk om prijzen te verhogen zal blijven", zegt Dickinson. Zij roept op daar in de Brexit-onderhandelingen rekening meer te houden. "Dit zal de koopkracht verder beïnvloeden. Dus om te waarborgen dat consumenten de beschikking hebben over een ruim assortiment van hoogwaardige en kwalitatieve producten, moet het afsluiten van een handelsverdrag tot de topprioriteiten behoren als de Brexit-onderhandelingen eenmaal echt beginnen."