Vleesvervangerproducent Boon uit Den Bosch krijgt een investering van 1 miljoen euro om de Europese markt op te gaan. Het groeigeld komt volgens Sprout van twee informele investeerders: CEO Ruud Sondag van Eneco en Michiel van Deursen, die zichzelf de ‘veganinvesteerder’ noemt.
De 31-jarige oprichter Michael Luesink van Boon blijft hoofdaandeelhouder van zijn bedrijf.
Luesink richtte Boon in 2015 op nog tijdens zijn studie Food Innovation aan de HAS Hogeschool van Den Bosch. Hij is zelf overtuigd veganist.
De startup-eigenaar maakt vleesvervangers van bonen: “Je zag indertijd veel bedrijven aan de haal gaan met soja, zeewier en lupine. Ik dacht: we vergeten één belangrijke bron, namelijk bonen die we gewoon in Nederland kunnen telen.”
Volgens Trouw was hij op dat idee gekomen tijdens zijn reizen door Zuid-Amerika en Azië, omdat ze “daar bonen en peulvruchten eten zoals wij aardappelen: als basis voor zo ongeveer ieder gerecht.” Maar om ze echt aan de man te krijgen moest de presentatie wel anders, vertelde Luesink vorig jaar aan de krant: “Als je de bonen presenteert in een vorm die op vlees lijkt, snappen mensen beter dat het bedoeld is als vleesalternatief.”
De burgers, nuggets en plantaardige balletjes van Boon liggen nu in grote Nederlandse supermarkten als Albert Heijn, Jumbo en Plus. Volgens Luesink verkoopt hij 35.000 burgers per week en geeft hij sinds de oprichting in totaal al tussen de vier en vijf miljoen vleesvervangers verkocht.
In het buitenland gaat Boon zijn producten onder de naam Peasy op de markt brengen. Het is de bedoeling dat de burgers en andere vleesvervangers de komende jaren ook in Groot-Brittannië, Duitsland, Denemarken en Zweden in de schappen komen te liggen.
Wel blijft Luesink zijn bonen onder het motto 'wij doppen onze eigen boontjes' betrekken van Nederlandse boeren. Mede door de vraag van Boon werd de al jaren dalende bonenafzet in Nederland weer omgezet in voorzichtige groei.
Met de nieuwe investering zit er nu zo'n twee miljoen euro groeigeld in het bedrijf, schrijft Sprout. Luesink had van informele investeerders, uit subsidies en via een banklening namelijk al een miljoen euro aan kapitaal vergaard.