- De hoop op een snelle matiging van het verkrappende monetaire beleid in de VS en Europa is deze week de grond in geboord.
- Financiële markten achten de kans op een recessie hierdoor aanzienlijk.
- Beursexperts Michael Nabarro en Gökhan Erem praten je bij over de laatste ontwikkelingen op de aandelen- en obligatiemarkt.
ANALYSE – Centrale bankiers in de VS en Europa waren deze week eensgezind en kwamen behoorlijk hawkish uit de hoek, met duidelijke signalen dat de cyclus van renteverhogingen nog niet ten einde is. En daar werden beurzen niet blij van.
In de VS kon Fed-voorzitter Jerome Powell niet veel duidelijker zijn over het belang van de strijd tegen inflatie die een verdere verhoging van de beleidsrente noodzakelijk maakt.
Powell benadrukte opnieuw dat de centrale bank “op koers zal blijven totdat de klus is geklaard”. Het beoogde inflatieniveau van 2 procent is nog ver weg en de Amerikaanse centrale bank gaat ervan uit dat de beleidsrente net boven de 5 procent zal uitkomen.
Oh ja, een zachte landing van de economie is niettemin goed mogelijk, volgens de Federal Reserve.
Dit rooskleurige scenario stuit op weerstand bij marktpartijen, zoals te zien is in de onderstaande grafiek. De rode lijn geeft de verwachtingen over het piekniveau van de Amerikaanse beleidsrente weer en de groene lijn weerspiegelt de marktverwachting over de eerstvolgende renteverlaging.
In tegenstelling tot wat Powell aangaf, rekent de markt erop dat de beleidsrente niet boven de 5 procent uitkomt (rode lijn) en dat de rente volgend jaar al mogelijk weer met 0,5 procentpunt wordt verlaagd (groene lijn). Daar is best wat voor te zeggen, nu de Amerikaanse inflatie waarschijnlijk verder afkoelt en de kans op een recessie behoorlijk groot is.
De Federal Reserve lijkt wat betreft het bestrijden van de inflatie echter geen risico te willen nemen: na de zware onderschatting van de inflatie in 2021 moet het gevecht ertegen absoluut worden gewonnen. Dat betekent dus doorpakken met de verhoging van de rente. De vraag is of dat verstandig is, maar op de beurs is tegen de Fed ingaan tot nu toe geen hele succesvolle strategie geweest.
Is een recessie (nog) te vermijden?
De negatieve economische gevolgen van een te sterke monetaire verkrapping moeten we op de koop toenemen. In onze optiek is een top van de Amerikaanse beleidsrente van grofweg 5 procent nog steeds het meest waarschijnlijke scenario, maar daarmee koerst de economie ook af op een recessie.
Vooralsnog blijven de Amerikaanse werkgelegenheid en de lonen stijgen. Het probleem is dat dit de inflatoire druk vergroot en dat is nu net wat de Federal Reserve actief probeert te te voorkomen. Het lijkt daarom een kwestie van tijd totdat een verdere verkrapping van monetaire beleid voor de eerste barsten in de Amerikaanse werkgelegenheid gaat zorgen.
Zoals in eerdere columns aangegeven, houden we er rekening mee dat begin 2023 de winstverwachtingen voor bedrijven sneller zullen dalen, wat zal leiden tot lagere waarderingen en aandelenkoersen.
Voor Europa lijkt een recessie nog een stuk waarschijnlijker dan voor de VS. ECB-president Christine Lagarde erkende dat afgelopen donderdag ook min of meer. De ECB stelde echter dat de rente moet blijven stijgen om de inflatie onder controle te krijgen.
Hoe zit het met de Amerikaanse rente en S&P 500?
In onze vorige bijdrage stelden we dat de aankondigingen van de Federal Reserve en de ECB van deze week van groot belang zou zijn voor het sentiment op de beurs. En dat bleek ook zo te zijn: waar de beurs zich dinsdag nog optrok aan een iets lager dan verwacht Amerikaanse inflatiecijfer, ging het in de dagen daarna bergafwaarts toen de boodschap van respectievelijk de Amerikaanse en de Europese Centrale Bank begon te landen.
Hieronder bekijken we met een technische blik wat de gevolgen zijn voor respectievelijk de obligatie- en de aandelenmarkt. We nemen hiervoor de grafieken van de Amerikaanse 10-jaars staatsobligatie en de S&P 500-index als voorbeeld.
De koers van de 10-jaars staatsobligatie beweegt tegengesteld aan de rente. Zoals in de grafiek hieronder te zien is bevindt de koers zich al geruime tijd in een neerwaartse trend, wat dus weergeeft dat de rente is gestegen.
Vanaf november heeft echter een opwaartse, correctieve koersbeweging plaatsgevonden, waarbij de 10-jaarsrente inmiddels iets onder de 3,5 procent is gedaald.
Echter, de groene lijn van het 50-daags voortschrijdend gemiddelde in de koersgrafiek noteert nog altijd duidelijk onder de rode lijn van het 200-daags koersgemiddelde. Hiermee is onveranderd sprake van een dalende koerstrend. Daar hebben de centrale bankiers deze week geen verandering in gebracht.
Zoals we afgelopen week aangaven: er moest een positieve verrassing komen om de neerwaartse trend te doorbreken. Die bleef uit en dus is er geen structurele verandering voor de richting van de rente, die weer dreigt te stijgen.
Dan de aandelenmarkt met de brede S&P 500-index. Die sloot vrijdag rond de 3.850 punten. In de onderstaande grafiek is te zien dat de aandelenmarkt dit jaar in gelijke tendens met die van de obligatiekoersen beweegt. Toppen en bodems worden nagenoeg synchroon gevormd en dus ook hier overheerst de bear market.
De deze week afgeronde opwaartse correctie moet als een bear market rally worden gezien binnen het grotere geheel van de neerwaartse richting. Komende week gaan we in op de nieuwe richtpunten voor de aandelenmarkt. Blijf ons dus volgen!
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.