De Nederlandse schatkist is de afgelopen jaren miljarden euro’s aan dividendbelasting misgelopen doordat aandeelhouders van Shell die niet hoeven te betalen.
Dat schrijft althans dagblad Trouw, met verwijzing naar afspraken die het grote olie- en gasbedrijf hierover in 2005 met de Belastingdienst maakte.
President-directeur van Shell Nederland Marjan van Loon reageert “stomverbaasd”. Ze vindt de berichtgeving “tendentieus”.
In Trouw zet hoogleraar belastingrecht Jan van de Streek van de Universiteit van Amsterdam grote vraagtekens bij de overeenkomst die de Belastingdienst met Shell sloot in 2005. Die komt erop neer dat dividend aan aandeelhouders van buiten Nederland wordt uitgekeerd via een Britse dochtermaatschappij en een trust op het Kanaaleiland Jersey. Ze hoeven er dan geen belasting over te betalen.
Volgens een berekening van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) is zo sindsdien 45 miljard euro uitgekeerd. Als over dat bedrag wel dividendbelasting was betaald, zou dat volgens de organisatie 7 miljard euro hebben opgeleverd.
Shell verdedigt de manier waarop het bedrijf dividenduitkeringen afhandelt en stelt dat het "altijd transparant is geweest''. Het bedrijf handelt naar eigen zeggen "volledig in lijn met de fiscale wet- en regelgeving in Nederland''.
Wijziging dividenduitkering Shell na de reservecrisis in 2004
De huidige werkwijze komt voort uit de samenvoeging van de Nederlandse en de Britse moedermaatschappijen van het bedrijf in 2004.
Als gevolg van het schandaal rond de opgeblazen reserves van olie- en gas, besloot Shell tot een ingrijpende structuurwijziging. Het Brits-Nederlandse concern verplaatste het hoofdkantoor naar Den Haag, onder leiding van één bestuursvoorzitter. Tegelijk werd Shell juridisch gezien een Britse vennootschap (plc).
Omdat Groot-Brittannië geen dividendbelasting kent en Nederland wel, werd besloten twee soorten aandelen uit te geven: A-aandelen waar dividendbelasting over wordt geheven, die Nederlandse aandeelhouders overigens via de Belastingdienst terug kunnen krijgen, en B-aandelen waarbij dit niet gebeurt.
"Dit loste het probleem op voor de aandeelhouders van de Britse moedermaatschappij en maakte de weg vrij voor een hoofdkantoor in Den Haag'', stelt Shell. Het bedrijf benadrukt dat het Nederlandse hoofdkantoor de economie veel oplevert.
Volgens hoogleraar Van de Streek zou de redenering achter de belastingafspraken echter geen stand houden voor een rechter. Hij publiceert er volgende week een wetenschappelijk stuk over in het Weekblad Fiscaal Recht.