Het International Space Station, het ruimtestation dat in een baan om de aarde draait en door verschillende landen wordt beheerd, bemand en bekostigd, ontvangt in juni niet alleen de Duitse astronaut en wetenschapper Alexander Gerst, maar ook een vliegend en pratend hoofd.
We hebben het over een robot genaamd CIMON, kort voor de Crew Interactive Mobile Companion.
Het apparaat weegt zo’n 5 kilo en heeft aan de voorzijde een digitaal en expressief gezicht. ‘Denken’ doet CIMON met een brein dat onder meer bestuurd wordt door IBM Watson, de kunstmatige intelligentie die in 2011 de quiz Jeopardy! won van twee kampioenen.
Vliegtuigfabrikant Airbus werkte ook mee aan de ontwikkeling van CIMON, vanuit haar ruimtevaartafdeling. “CIMON zal het eerste vlucht- en missie-assistentiesysteem zijn dat gestoeld is op kunstmatige intelligentie”, zegt ingenieur bij Airbus Manfred Jaumann, die de robot omschrijft als ‘een vliegend brein’.
Gelukkig is CIMON niet in staat tot de manipulatieve acties, zoals van de HAL9000-supercomputer in de sciencefictionfilm 2001: A Space Odyssey, maar toch zijn de eigenschappen best indrukwekkend.
Het team achter CIMON, bestaand uit medewerkers van het Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt, IBM en het Europese ruimteagentschap ESA, programmeerde de robot zo dat het de stem van Gerst herkent en zijn gezicht kan lezen via camera's. Hij kan data interpreteren, reageren op commando's en problemen helpen oplossen.
Wanneer Gerst in juni arriveert, zal hij CIMON meteen loslaten in het ISS en zich laten vergezellen tot en met oktober. De robot zal zich in die maanden concentreren op kristalgroei in de ruimte, een Rubiks-kubus oplossen en een complex medisch experiment uitvoeren waarbij CIMON dient als een intelligente vliegende camera.
"Sommige experimenten bestaan uit meer dan 100 verschillende stappen en CIMON kent ze allemaal", schrijft Watson-programmeur Matthias Biniok in een IBM-blogpost.
Aanvankelijk zal CIMON zich vooral rond het ISS bewegen met Gerst, maar daarna zal hij ook de andere bemanningsleden volgen, hun emotionele welbevinden proberen te peilen en psychologische 'groepseffecten' proberen te duiden. Dit zal volgens Biniok helpen bij toekomstige missies naar Mars, die jaren zullen duren.
"Sociale interactie tussen mensen en machines, tussen astronauten en assistentiesystemen kan een grote rol gaan spelen in het succes van langdurige missies", verwacht Airbus. En bovendien komt dit soort assistentie ook van pas in een operatiekamer op aarde, merkt Biniok op.