Nederland krijgt begin volgend jaar bijna 2,7 miljard euro uit Brussel terug. Dat is het gevolg van een nieuw zogeheten Eigen Middelen Besluit (EMB) dat net in werking is getreden. Daardoor valt de afdracht aan de EU voor Den Haag gunstiger uit.

Dat heeft het ministerie van Financiën woensdagavond bevestigd nadat Alex Brenninkmeijer, het Nederlandse lid van de Europese Rekenkamer, in Brussel over het “goede nieuwtje” had gesproken. Het bedrag zit al verwerkt in de ontwerp-begroting van 2017 die dezer dagen in Brussel wordt ingeleverd, aldus een woordvoerder van Financiën.

De 2,7 miljard is een correctie met terugwerkende kracht over de jaren 2014, 2015 en 2016. Structureel gaat Nederland tot 2020 900 miljoen euro per jaar minder betalen. Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën heeft de Kamer begin deze maand per brief op de hoogte gesteld van de ‘meevaller’ die al sinds 2014 in de pijplijn zat.

De EU-landen bereikten in 2014 een akkoord over de herziening van de berekeningsmethode voor de nationale afdrachten. Maar pas vorige maand hebben alle landen het geratificeerd en trad het EMB in werking.

De afdrachten worden berekend op grond van douanerechten, btw en de grootte van het binnenlandse bruto product (bbp). Duitsland krijgt 3,3 miljard euro terug.

Voor sommige landen valt de herberekening echter ongunstig uit. Italië en Frankrijk moeten elk 1,5 miljard euro betalen, België 600 miljoen. Het Verenigd Koninkrijk mag 1,1 miljard euro naar Brussel overmaken.

De EU-contributie wordt altijd achteraf herberekend en kan steeds verschillen. Eind 2015 kreeg Dijsselbloem te horen dat Nederland een 'naheffing' van 446 miljoen euro aan Brussel moest betalen.