De spaardeposito’s krompen in maart met bijna 4 procent tot 44,6 miljard euro, blijkt uit cijfers die de Europese Centrale Bank (ECB) vrijdag heeft gepubliceerd. De spaartegoeden werden daarmee voor de tiende achtereenvolgende maand kleiner. De kapitaalvlucht ontstond namelijk al afgelopen zomer, nadat de Cypriotische regering duidelijk had gemaakt dat Europese steun noodzakelijk was om de wankele bankensector van de eilandstaat overeind te houden.

De eurolanden besloten halverwege maart dat rekeninghouders van Cypriotische banken moesten meebetalen aan de financiële redding van de eilandstaat. In eerste instantie was het plan om alle spaarders aan te slaan, later werd besloten tegoeden tot 100.000 euro ongemoeid te laten. In ruil voor de bijdrage van de spaarders en een vergaande hervorming van de Cypriotische economie en bankensector besloten de eurolanden Cyprus samen met het IMF voor 10 miljard euro aan noodkredieten te voorzien.

In andere Zuid-Europese landen namen de spaartegoeden in maart juist toe. In Spanje zetten bedrijven en huishoudens 0,9 procent meer weg dan in de voorgaande maand en in Portugal werd 0,6 procent meer gespaard. In Griekenland groeiden de deposito’s met 0,1 procent. In de weken dat het reddingspakket voor Cyprus werd ontworpen waarschuwden veel economen dat de omstreden heffing op spaartegoeden ook tot een kapitaalvlucht in andere landen aan de randen van de eurozone zou kunnen leiden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl