De Nederlandse economie en de overheidsfinanciën staan er een stuk beter voor dan enkele maanden geleden nog werd gedacht.
Het kabinet Rutte-II sluit zijn regeerperiode volgend jaar zonder tekort af, terwijl de economie weer terugkomt op het peil van voor de uitbraak van de financiële crisis in 2008.
Dat voorspelt het Centraal Planbureau (CPB) in zijn dinsdag gepresenteerde decemberraming. Daarin voorzien de rekenmeesters van het kabinet een economische groei van 2,1 procent in 2017.
Daarmee zou de vooruitgang even sterk zijn als dit jaar, na een plus van 2 procent vorig jaar. Drie maanden geleden werd voor 2016 en 2017 nog een terugval tot 1,7 procent voorspeld.
Onlangs bleek al dat de aanhoudende economische groei voor aanzienlijke belastingmeevallers zorgt, waardoor het overheidstekort dit jaar kleiner is dan eerder gedacht. Het CPB verwacht dat die ontwikkeling doorzet, waardoor de uitgaven en inkomsten van de Staat volgend jaar voor het eerst in negen jaar in evenwicht zijn.
Uitzonderlijk lang
De robuuste groei zorgt er bovendien voor dat de economie weer even groot is als in 2008, gerekend per hoofd van de bevolking. Ook de werkgelegenheid keert eindelijk weer terug op het niveau van voor de crisis, na de volgens het CPB "uitzonderlijk lange'' herstelperiode. De werkloosheid daalt volgend jaar verder, maar blijft met 5,3 procent hoger dan voor de dubbele recessie.
De groei wordt volgend jaar aangejaagd door consumenten, die profiteren van de loonsverhogingen van de afgelopen twee jaar. De koopkracht loopt daarbij verder op, hoewel de vooruitgang met 0,7 procent aanzienlijk kleiner is dan de plus van bijna 3 procent die dit jaar werd geboekt.
Het CPB wijst er ondanks de zonnige prognoses op dat de economische en politieke situatie in de EU onzeker blijft. De gevolgen van de brexit lijken daarbij vooralsnog echter mee te vallen. Nederland houdt volgend jaar last van de zwakke groei van de wereldhandel, maar weet zijn aandeel op de internationale markt naar verwachting wel te vergroten.
De staatsschuld neemt verder af en komt volgens de nieuwe ramingen in 2017 voor het eerst sinds 2010 onder het Europees vastgestelde maximum van 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp).