De economie van Nederland blijft zich gunstig ontwikkelen, maar de groeipiek ligt vermoedelijk achter ons.
Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in een nieuw rapport over de groeiramingen. Volgens het planbureau blijft Nederland profiteren van gunstige omstandigheden in eigen land en van “prima groei” van de wereldhandel.
Het CPB-rapport volgt op nieuwe ramingen die De Nederlandsche Bank (DNB) maandag naar buiten bracht. De toezichthouder stelde de verwachtingen voor de groei neerwaarts bij naar 2,5 procent dit jaar. Eerder ging DNB voor 2018 uit van 3,1 procent groei. De mindere vooruitzichten dit jaar hebben vooral te maken met een tegenvallend eerste kwartaal. Volgens het CPB is de lichte terugval vermoedelijk van tijdelijke aard.
Voor dit jaar gaat het CPB uit van een economische groei van 2,9 procent, tegen 3,2 procent vorig jaar. In 2019 zal de economie met 2,7 procent groeien. Verder zal de inflatie verder oplopen. Dit jaar 1,5 procent en een jaar later wordt het leven gemiddeld 2,3 procent duurder. De werkloosheid daalt volgend jaar naar 3,4 procent van de beroepsbevolking.
Lonen omhoog
Door de krapte op de arbeidsmarkt zullen ook de lonen stijgen. Verder dragen oplopende olieprijzen en een verhoging van de indirecte belastingen bij aan de oplopende inflatie. De overheid houdt een overschot op de begroting.
Wel wijst het CPB op ontwikkelingen in het buitenland die een risico kunnen vormen. Daarbij wordt onder meer gewezen op de politieke ontwikkelingen in Italië en de Brexit. Ook het aanhoudende conflict met de Verenigde Staten over internationale handel kan de Nederlandse economie negatief beïnvloeden.
Het effect van de al ingevoerde importheffingen op de wereldwijde groei noemt het CPB "verwaarloosbaar". Een escalatie van het handelsconflict kan wel "verstrekkende gevolgen" op de economische groei, met name op de langere termijn. Ook DNB wees al op de risico's van een volwaardige handelsoorlog.