De Nederlandse overheidsbegroting heeft vaak een versterkend effect op de economische ontwikkeling, in plaats van de beoogde dempende werking. Dat stelt het Centraal Planbureau (CPB) in een woensdag gepubliceerd rapport.
Een van de doelen van het begrotingsbeleid is om de economie te stabiliseren. Dat is de afgelopen jaren echter nauwelijks gelukt, aldus het CPB. In de slechte jaren werd er stevig bezuinigd, waardoor er een extra rem werd gezet op de economische groei. In de goede jaren bleek het daarentegen om diverse redenen niet mogelijk een terughoudend begrotingsbeleid te voeren. In jaren van recessie werd het tekort juist teruggedrongen. Zie daarvoor onderstaande grafiek.
(klik voor vergroting)
Om de economie te stabiliseren, zou het begrotingsbeleid anticyclisch moeten werken. Dat betekent dat er in goede tijden buffers worden opgebouwd, die in slechte tijden kunnen worden aangesproken.
Europese regels en vergrijzing
Dat dit de afgelopen jaren niet lukte, lag onder meer aan de Europese begrotingsregels. Die dwongen de regering het tekort terug te dringen onder de grens van 3 procent van het bruto binnenlands product.
Daarnaast wilde de overheid de gevolgen van de vergrijzing opvangen. De diverse bezuinigingen van de afgelopen jaren haalden volgens het CPB tussen 2011 en 2017 jaarlijks 0,7 procent van de economische groei. Zie voor een uitsplitsing van de diverse kabinetten onderstaand overzicht.
(klik voor uitvergroting)
Het procyclische beleid van Nederland is niet uniek, maar is ook zichtbaar in veel andere rijke landen. Landen met lagere tekorten en schulden weten vaak wel een beleid te voeren dat meer tegen de stroom in gaat.
Daarnaast wijst het CPB erop dat overheden vaak wel van plan zijn een stabiliserend beleid te voeren, maar daar niet in slagen. Dat komt omdat de economische situatie niet goed wordt ingeschat en doordat beleid met vertraging wordt uitgevoerd.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl